Wie zoet is krijgt lekkers
Heel veel mensen hebben moeite met “de zoete verleiding” oftewel moeite met dingen als snoep, koek, chocola etc.
Ze ervaren moeite deze te weerstaan.
Ook vinden veel mensen het moeilijk een rem in deze zoetigheid te vinden wanneer ze eenmaal aan het eten van die zoete verleiding zijn begonnen.
Ze vinden het moeilijk het eten hiervan uiteindelijk een halt toe te roepen en ergens op een gegeven moment toch ook wel weer te stoppen met het eten hiervan.
Dit wordt door zowel jong als oud ervaren, deze moeite.
Dit is fysiologisch gezien best verklaarbaar deze moeite die hierbij ervaren wordt.
Vandaag gaan we dit dan ook maar eens wat meer verklaren en uitleggen.
Vandaag gaan we het namelijk hebben over zoet.
- We gaan het hebben over wat zoet eigenlijk symboliseert voor het menselijk lijf en wat de behoefte hieraan eigenlijk betekent.
- We gaan het hebben over wanneer en onder welke omstandigheden ons lijf een zoetbehoefte teweeg doet brengen bij ons.
- We gaan het hebben over waar wijzelf zoet vaak symbool voor laten staan en de verbanden die wijzelf ontwikkelen m.b.t. zoet.
- Jij gaat wellicht naar aanleiding hiervan ook maar eens nadenken over wat zoet betekent voor jou; wat dit symboliseert voor jou, waarvoor jij zoet wellicht wel “gebruikt”, hoe zoet wellicht in jouw opvoeding is gebruikt of misbruikt en hoe en wanneer jij “zoet” zelf wellicht ook inzet om eigenlijk iets anders te bereiken.
De fysiologische behoefte aan zoet.
De zuurtegraad in ons lijf moet altijd licht basisch zijn wil ons lijf goed en rustig kunnen functioneren.
Wanneer de zuurtegraad in ons lijf dan ook te zuur dreigt te worden, heerst er stress en paniek in ons lijf en zullen stresshormonen geproduceerd worden in ons lijf.
Wanneer dreigt de zuurtegraad in ons lijf te laag te worden?
- Na extreme geestelijke inspanning (acute stress)
- Na extreme fysieke inspanning (acute stress)
- Na langdurige schaarste in ontzurende voedingsstoffen en tegelijkertijd een te hoge opstapeling van zure (afval)stoffen in het lijf (chronische stress)
De stresshormonen die als reactie op deze verzuring door ons lijf geproduceerd worden doen een zoetbehoefte bij ons teweeg brengen.
Is dit logisch?
Ja, dit is logisch.
Wanneer je namelijk denkt aan voeding uit de natuur en je zou in die natuur op zoek gaan naar zoet (wat je uiteraard doet wanneer je een zoetbehoefte ervaart), wat kan je dan eigenlijk alleen maar vinden?
Fruit.
Wat biedt fruit?
Ontzurende voedingsstoffen.
En dat is nou net wat het lichaam nodig heeft tijdens en vooral na stress, verzuring en uitputting van het lijf natuurlijk: ontzurende voedingsstoffen!
Zo is het lichaam namelijk na stress, verzuring en uitputting gelukkig ook wel weer in staat te herstellen hiervan en kan de schade minimaal en beperkt blijven (die kan ontstaan uit een opstapeling van zure stoffen in het lijf).
De zoetigheid die we echter tegenwoordig hebben; bronnen van geraffineerde suikers zoals koek, snoep, gebak, chocola etc.
Deze zoetigheid (waar uiteraard bij stress OOK een verhoogde behoefte naar uitgaat) doet helaas EXTRA uitputten, EXTRA verzuren en doet helaas de mogelijkheid tot herstel AFNEMEN waardoor helaas WEL wat schade uit kan ontstaan en deze zelfs makkelijk kan gaan uitbreiden wanneer je na deze zoet nog meer zoet en nog meer zoet gaat eten en blijft eten.
Waardoor eten we van dit geraffineerde zoet meer en meer?
Dit geraffineerde zoet (waaraan we behoefte krijgen wanneer er dus al enige sprake is van stress, verzuring en uitputting in het lijf) doet een piek in onze bloedsuikerspiegel creëren EN de productie van soortgelijke stofjes (hormonen en neurotransmitters) stimuleren vergelijkbaar met de stoffen die bij ACUTE stress worden geproduceerd.
Dit brengt een verhoogde spierspanning, verhoogde alertheid van het lijf, maar ook een KORTSTONDIG extreem genotsgevoel met zich meebrengen.
Dat maakt UITERAARD (dat genotsgevoel) dat we dit gaan en willen gaan herhalen, want die BOOST is prettig!
Dat daarmee dan een uitputting en extreme verzuring en schade OOK samenkomt, daar kunnen we op dat moment dan even NIET bij stilstaan en over nadenken helaas, maar daar is toch wel degelijk sprake van.
Hierdoor ervaren wijzelf het eten van zoetigheid als iets prettigs, iets fijns en als een beloning; het geeft ons een (helaas kortstondige) boost.
Hierdoor gaan wij zoetigheid ook “gebruiken” (en soms ook misbruiken zal je straks lezen) als vervanging voor aandacht, voor het verdrijven van een stressgevoel (helaas ook ortstondig), maar ook als beloning en traktatie.
De titel “wie zoet is krijgt lekkers” is hier een mooi voorbeeld van.
Wanneer we zoet en lief zijn geweest en iets goeds hebben gedaan of iets te vieren hebben, belonen we dit namelijk met zoet.
Nee, niet met fruit, maar met het geraffineerde (schadelijke) zoet welke extra doet uitputten en verzuren en onrust doet bezorgen (las je net)!
Wanneer jij jezelf of je kinderen of anderen dan ook beloont met zoet of trakteert op zoet (en zelf daaruit een kortstondige beloning en EVEN wat genot ervaart), ervaart jouw lijf, het lijf van je kind en het lijf van de mensen die je trakteert echter op dat moment (en daarna) een uitputtingsslag, onnodige stress en ook onrust zonder dat daar mogelijkheid tot herstel uit voortkomt.
Nou, wat een feest en wat een traktatie hebben wij daarmee bedacht!
Niet zo fijn of verstandig en al helemaal niet zo gezond dat wij dit verband zo in stand houden en dit doen eigenlijk hè!
Wat wij “doen” met zoet en waarvoor wij dit HELAAS gebruiken en misbruiken; als beloning, stress-verdrijver en vervanging voor aandacht.
Zoet wordt vaak gebruikt (eigenlijk misbruikt), ingezet en benut als beloning of straf.
Zoet wordt vaak gebruikt ter vervanging van aandacht EN ook om gewenst en ongewenst gedrag mee aan- of af te leren.
Ieder mens, jong of oud, heeft NATUURLIJK behoefte aan aandacht.
Het liefst LIEFDEVOLLE aandacht, maar vaak is aandacht alleen al zeer prettig.
Is dan ook op jonge leeftijd middels het principe “wie zoet is krijgt lekkers” de koppeling gemaakt tussen gewenst gedrag en zoet, dus zoet zijn = zoet krijgen, en is aandacht op jonge leeftijd het wel of niet verkrijgen van zoet gekoppeld aan zoet zijn (lief zijn) en wordt op jonge leeftijd zoet al gebruikt als surrogaat/vervanging van aandacht en tevens als beloning en straf.
Dan kan dat betekenen dat bij het vertonen van gewenst gedrag, maar vervolgens GEEN aandacht ontvangen, mensen ook op latere leeftijd moeite krijgen en houden met het omgaan met zoet.
Ook kan het zo zijn dat op latere leeftijd bij het krijgen van negatieve aandacht, mensen moeite krijgen of hebben en houden met het omgaan met zoet.
Ze kunnen zoet dan “gebruiken” om zichzelf hiermee te straffen of belonen met helaas vaak nare effecten qua zelfwaardering tot gevolg.
Blijft beloning uit en kom je aandacht tekort, kan je voor je gevoel concluderen dat je kennelijk ongewenst gedrag hebt vertoond en ben jij voor je gevoel wellicht “slecht”.
Krijg je wel aandacht, maar is dit negatieve aandacht, ook dan heb je kennelijk ongewenst gedrag vertoond en voel je jezelf wellicht wel slecht, maar heb je toch uiteindelijk wel aandacht ontvangen (hetzij negatieve aandacht) en kan het zijn dat je op den duur ongewenst gedrag gaat vertonen (of dat je op den duur zoet/snoep ook zelf als straf voor ongewenst gedrag kan gaan gebruiken) om maar negatieve aandacht te verkrijgen, aangezien ieder mens behoefte heeft aan aandacht.
Wat wordt over het algemeen aan zoet gekoppeld?
Welk gedrag wordt veelal als wenselijk beschouwd en vaak beloond met zoet?
Wanneer je zoet bent geweest, wil dat vaak zeggen dat je niet tot last bent geweest van je ouders.
Wanneer je zoet bent geweest heb je je rustig hebt gedragen.
Je hebt geen abnormaal, onwenselijk, druk, asociaal, zorgwekkend of afwijkend gedrag vertoond.
Je hebt je ouders geen stress hebt bezorgd.
Zijn je ouders zelf behoorlijk gestrest en druk, kunnen ze wellicht maar weinig “erbij hebben” of verdragen van hun kinderen.
Eigenlijk hebben ze dan maar weinig tijd en aandacht over voor hun kinderen, want deze wordt al opgeëist door andere bezigheden of mensen of zorgen.
Hun lontje kan dan erg kort zijn.
Wanneer je als kind van drukke,gestreste ouder dan ook maar ENIG vervelend/ongewenst gedrag vertoont, kunnen deze gestreste ouders “zoet” gebruiken als strafmiddel.
Wil je als kind geen negatieve aandacht ofwel straf ontvangen en wil je graag wel de aandacht en tijd van je ouders, zul je dan ook kunnen merken dat je (wanneer je ouders maar weinig tijd en aandacht over hebben, door hun eigen gestreste en gehaaste leven en eigen zorgen), je je haast als kind zijnde onzichtbaar moet maken en onzichtbaar of onhoorbaar op zou moeten stellen, poeslief zou moeten gedragen en hen precies zou moeten opvolgen in wat ze van je vragen en zou je ja en amen moeten zeggen, wil je wat positieve aandacht krijgen of negatieve aandacht/straf/de wind van voren voorkomen.
Bij de meeste ouders wordt het belonen met zoet voor wenselijk gedrag vaak ondersteund met positieve aandacht.
Dat is fijn!
Positieve aandacht van je ouders!
Lief gevonden worden!
Gewenst zijn!
Goed genoeg zijn!
Het krijgen van zoet betekent dan, dat jij zoet en dus ook goed bent geweest.
Helaas (in andere gevallen die veel te vaak OOK voor komen) kan zoet ook gebruikt en misbruikt worden als beloning en straf NIET samengaand met daadwerkelijke aandacht, maar ter vervanging van aandacht.
Dan (in die gevallen) wordt dit ook nog als beloning voor gedrag ingezet, maar in dat geval vaak ter beloning van wenselijk, stilzwijgend, onzichtbaar gedrag (wanneer deze ouders even geen zin of tijd hebben om daadwerkelijke tijd en aandacht te schenken aan hun kinderen).
Dit betekent dat wanneer een ouder gehaast is, gestrest is en absoluut geen stress erbij kan hebben (bijvoorbeeld wanneer een ouder gehaast boodschappen doet met haar kinderen erbij, of op visite gaat met de kinderen meegesleept of in een situatie komt waar een goede indruk achter gelaten moet worden of welke eigenlijk niet geschikt is voor drukke kinderen en eigenlijk enkel rustige, goed gedragende, stille kinderen een vereiste vormen) ouders zoet kunnen gaan “gebruiken” (en dit ook vaak doen) als “zoethoudertje” om kinderen maar rustig en stil te krijgen en houden in die situaties.
Ben je echter als kind toch te onrustig en vertoon je abnormaal gedrag in die gestreste situaties, dan bezorg je je ouders last en krijg je straf.
Je krijgt dan VAST negatieve reacties en ook vast GEEN zoet en dan ben jij (zo voel je) dus ook NIET zoet ofwel NIET goed geweest.
Zo ontstaan verbanden tussen zoet en goed.
Als je naar het gedrag van sommige kinderen kijkt, vertonen deze eigenlijk alleen maar “zoet” gedrag.
Ze zijn eigenlijk heel rustig en lief en bezorgen hun ouders totaal geen stress (althans niet moedwillig).
Toch krijgen deze kinderen wellicht GEEN aandacht van hun ouders.
Hun “goed zijn” wordt dan NIET opgemerkt of beloond.
Deze ouders zijn wellicht zelf te druk en gestrest.
Doen deze echt wel hele lieve kinderen “per ongeluk” iets wat hun ouders (welke vaak zelf al gestrest zijn) meer stress en dus last bezorgt, krijgen ze vaak WEL negatieve aandacht.
Ze voelen zich vervolgens WEL slecht.
Ze voelen dan duidelijk dat ze NIET zoet zijn geweest?!
Op andere momenten dat ze echter WEL zoet zijn, voelen ze dit helaas NIET.
Deze kinderen worden dus totaal NIET in hun eigenwaarde bevestigd door hun ouders helaas en “zoet” is een “middel” geworden om dit kracht bij te zetten helaas.
Het gemis aan aandacht (ofwel het gevoel krijgen, ondanks goed gedrag, toch niet zoet/goed te zijn geweest), kan zich in de loop der jaren gaan vertalen naar het jezelf dan maar belonen of straffen met zoet, daar waar je het eerder van een ander niet krijgt of kreeg.
Schuldgevoel is ook zoiets.
Schuldgevoel is namelijk OOK vaak een reden om “zoet” te gebruiken bij ouders.
Krijgt een ouder een schuldgevoel.
Dan weet een ouder diep van binnen dat deze eigenlijk ZELF te gestrest is geweest en het kind EIGENLIJK veel te weinig aandacht heeft geschonken.
Ook dit wordt dan vaak ook weer “gelijmd” met zoet.
Zoet wordt dan gebruikt waar ze dit schuldgevoel dan eigenlijk hadden moeten lijmen met daadwerkelijke tijd en aandacht.
Zo kan al met al een heel zorgwekkend verband gaan ontstaan tussen zoet, gebruikend als vervanging voor aandacht en zoet om zoet en gewenst gedrag te belonen of ongewenst gedrag te bestraffen.
Dit kan je dan vervolgens HELAAS ook tot latere leeftijd aan toe zelf hieraan blijven koppelen en als verband blijven voelen, ervaren en gebruiken.
Bij gemis aan aandacht en bij stress, kan je dan ook flink een hang naar zoet houden.
Wanneer jij dan ook een type bent die maar probeert met iedereen mee te denken en de lieve vrede te bewaren en gemoederen rustig te houden en gewenst gedrag te vertonen, maar je krijgt toch alsnog regelmatig kritiek van je omgeving, of je wordt totaal niet gezien, opgemerkt of beloond voor je gewenste gedrag.
Ook dan kan je wellicht moeite houden in de omgang met zoet, door dit eerder ontstane verband bijvoorbeeld.
Kom je echter door dit alles flink aan in gewicht (door deze vertaling van aandacht in zoet en het belonen of straffen met zoet).
Dan word je wellicht DAARDOOR ook nog eens een EXTRA zorgenbron voor je omgeving/ouders, maar ook voor jezelf.
Alleen dat al kan je omgeving, maar ook jouzelf EXTRA last, stress en onrust bezorgen.
Je omgeving kan zich daardoor (door deze duidelijke toename in gewicht) namelijk schuldig gaan voelen, wanneer ze voelen en beseffen dat deze gewichtstoename symbool staat voor het gebrek aan aandacht van hen.
Helaas komt ook hier vaak weer negatieve aandacht uit voort.
Wanneer je veel snoept of stiekem hebt gesnoept (als gevolg van weinig aandacht bijvoorbeeld en als reactie op stress die je hebt ervaren) krijg je als kind namelijk vaak straf of een lelijke opmerking.
Dan ben je slecht geweest namelijk en heb je ongewenst gedrag vertoond, want stiekem snoepen hoort niet en mag niet (leren we allemaal).
Jij ging echter snoepen vanuit aandachtstekort en stress, dus straf en extra stress heb jij eigenlijk allesbehalve verdient dan!
Allerlei signalen krijg je door deze negatieve aandacht dan WEDEROM en HELAAS welke WEDEROM het gevoel bevestigen dat je niks goed kan doen, dat je lastig bent, dat je overbodig bent, ongewenst gedrag vertoont, niet zoet bent en je ouders WEER extra stress bezorgt.
Zo is het cirkeltje hartstikke mooi (of eigenlijk bepaald NIET mooi) rond.
Wat betekent zoet voor jou?
- Waar staat zoet bij jou symbool voor?
- Heb jij vroeger daadwerkelijke aandacht en tijd ontvangen van en met je ouders of kreeg je hier zoet voor in de plaats?
- Gebruik jijzelf zoet wel eens als beloning of straf voor jezelf of anderen?
- Wanneer mis jij aandacht of ervaar jij stress en wat betekent zoet op dat moment?
- Koppel jij het zoete eten aan goed of slecht?
- Koppel jij het zoete eten aan gewenst of ongewenst gedrag?
- Wat heb jij vroeger als boodschap meegekregen wat voor je ouders gewenst en ongewenst gedrag was en hoe lieten ze dit merken?
- Wanneer je bewust bent van gewenst of ongewenst gedrag of het gevoel krijgt van de omgeving gewenst of ongewenst gedrag te hebben vertoond, heb je dan heden te dage ook een verband met zoet en een neiging tot het eten van zoetigheid?
- Wanneer merk jij dat je aandacht naar andere zaken uitgaat, je wellicht geen of onvoldoende aandacht of tijd hebt voor een ander, te gestrest bent en merk je dat jijzelf ook zoetigheid gebruikt om het gebrek aan aandacht mee te lijmen of om de stress bij jezelf te verzachten?
Add comment