Vandaag een antwoord op de vraag van Jeanette:
- Ik heb een tijdje terug een maag verkleinende operatie ondergaan. Hierdoor is mijn calorie inname (mijn inname van energie leverende voedingsstoffen) sterk gedaald en is ook mijn gewicht sterk gedaald, maar inmiddels daalt mijn gewicht niet meer, terwijl mijn calorie inname (mijn inname van energie leverende voedingsstoffen) niet is toegenomen. Hoe kan dat?
Gewichtsverlies
Gewichtsverlies zal je enkel bereiken, wanneer je calorie inname (je inname van energie leverende voedingsstoffen) lager is dan het energieverbruik (het verbruik van energie leverende voedingsstoffen) in je lijf.
Het energieverbruik (het verbruik van energie leverende voedingsstoffen) in je lijf zal echter steeds lager worden, wanneer de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet in staat zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen.
Wanneer de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet meer in staat zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen, dan zullen deze cellen niet meer in staat zijn om deze informatie te verwerken, zullen reacties van deze cellen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen uitblijven en zullen het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) niet verwerkt worden namelijk.
Dit betekent dat wanneer je een maag verkleinende operatie hebt ondergaan en daardoor al een hele tijd calorie beperkt eet (je al een hele tijd een lage inname van energie leverende voedingsstoffen hebt) en geen gewicht (meer) verliest, de zenuwcellen, kliercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet meer in staat zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen, niet meer in staat zijn om reacties te vertonen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen en het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) niet meer verwerkt worden in je darmen.
De intracellulaire overdracht van ontvangen informatie door cellen
De zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) zullen niet meer in staat zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen, wanneer deze cellen niet meer in staat zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen.
Wanneer de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet meer in staat zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen, dan zullen deze cellen niet meer in staat zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen m.b.v. intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers namelijk.
De zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) zullen enkel in staat zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen, wanneer deze cellen kunnen beschikken over voldoende opgeloste aminozuren (de verteringsproducten van eiwitten) die cellen nodig hebben om nieuwe eiwitten te kunnen vormen.
Over voldoende opgeloste aminozuren (de verteringsproducten van eiwitten) die cellen nodig hebben om nieuwe eiwitten te kunnen vormen kunnen de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) echter niet beschikken, wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende bronnen van eiwitten met essentiële aminozuren (aminozuren die je lichaam niet zelf kan vormen en voort moeten komen uit je voeding) daarin aanwezig levert en/of wanneer de eiwitten in je (calorie beperkte) voeding niet goed verteerd kunnen worden tot opgeloste aminozuren in je spijsverteringskanaal.
Dit betekent dat wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende bronnen van eiwitten met essentiële aminozuren (aminozuren die je lichaam niet zelf kan vormen en voort moeten komen uit je voeding) daarin aanwezig levert en/of wanneer de eiwitten in je (calorie beperkte) voeding niet goed verteerd kunnen worden tot opgeloste aminozuren in je spijsverteringskanaal, de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet in staat zullen zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen, niet in staat zullen zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen m.b.v. intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers, niet in staat zullen zijn om reacties te vertonen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen, het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) niet verwerkt zullen worden in je darmen, het verbruik van energie leverende voedingsstoffen in je lijf zal dalen en je (als gevolg daarvan) opeens geen gewicht meer zult verliezen.
Essentiële aminozuren
Essentiële aminozuren betreffen de volgende negen aminozuren:
- Histidine
- Lysine
- Tryptofaan
- Fenylalanine
- Leucine
- Isoleucine
- Methionine
- Valine
- Threonine
Dit betekent dat wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende bronnen van eiwitten levert die gezamenlijk al deze aminozuren bezitten en/of wanneer de vertering van de eiwitten in je (calorie beperkte) voeding tot opgeloste aminozuren in je spijsverteringskanaal niet goed verloopt, de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet in staat zullen zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen, niet in staat zullen zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen m.b.v. intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers, niet in staat zullen zijn om reacties te vertonen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen, het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) niet verwerkt zullen worden in je darmen, het verbruik van energie leverende voedingsstoffen in je lijf zal dalen en je (als gevolg daarvan) opeens geen gewicht meer zult verliezen.
De vertering van eiwitten tot opgeloste aminozuren in je spijsverteringskanaal
De vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot opgeloste aminozuren in je spijsverteringskanaal zal niet goed verlopen, wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende voorziet in vocht en onvoldoende voorziet in essentiële voedingsstoffen (voedingsstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen en voort moeten komen uit je voeding), maar zal ook niet goed verlopen wanneer je (calorie beperkte) voeding teveel (naar verhouding) voorziet in niet-essentiële stoffen (stoffen die je lichaam zelf kan vormen en stoffen die belastend of toxisch zijn voor je lichaam).
Wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende voorziet in vocht en onvoldoende voorziet in essentiële voedingsstoffen (voedingsstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen en voort moeten komen uit je voeding)en/of wanneer je (calorie beperkte) voeding teveel (naar verhouding) voorziet in niet-essentiële stoffen (stoffen die je lichaam zelf kan vormen en stoffen die belastend of toxisch zijn voor je lichaam), dan zullen de kliercellen in je lijf (de kliercellen in de wand van je spijsverteringskanaal en de kliercellen in je alvleesklier) die peptidasen (eiwitten die de vertering van de eiwitten in je voeding in je spijsverteringskanaal tot opgeloste aminozuren mogelijk maken) moeten vormen niet in staat zijn om deze te vormen, zullen deze kliercellen niet in staat zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van de eiwitten in je voeding in je spijsverteringskanaal tot opgeloste aminozuren mogelijk maken) af te geven richting je spijsverteringskanaal en zal ook de optimale zuurtegraad die peptidasen (eiwitten die de vertering van de eiwitten in je voeding in je spijsverteringskanaal tot opgeloste aminozuren mogelijk maken) nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in je spijsverteringskanaal namelijk.
Dit betekent dat wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende voorziet in essentiële voedingsstoffen (voedingsstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen en voort moeten komen uit je voeding) maar ook wanneer je (calorie beperkte) voeding teveel (naar verhouding) voorziet in niet-essentiële stoffen (stoffen die je lichaam zelf kan vormen en stoffen die belastend of toxisch zijn voor je lichaam), de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet in staat zullen zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen, niet in staat zullen zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen m.b.v. intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers, niet in staat zullen zijn om reacties te vertonen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen, het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) niet verwerkt zullen worden in je darmen, het verbruik van energie leverende voedingsstoffen in je lijf zal dalen en je (als gevolg daarvan) opeens geen gewicht meer zult verliezen.
Essentiële voedingsstoffen
Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Alle vitamines (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten).
- Zes specifieke mineralen (calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium en chloride).
- Negen specifieke spoorelementen (ijzer, jodium, koper, kobalt, zink, selenium, mangaan, molybdeen en chroom).
- Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
- Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).
Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten en ook vocht bezitten betreffen:
- Verse groenten.
- Vers fruit.
- Ei, mager vlees, magere vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte en niet te sterk verhitte/ongebrande vorm).
- Noten, zaden, pitten, algen, wieren en vette vis (in zo min mogelijk bewerkte en rauwe/onverhitte vorm).
Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Enkelvoudige suikers (zoals glucose, fructose en galactose).
- Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Cholesterol.
- Alle overige mineralen en spoorelementen (die hierboven niet genoemd worden).
- Voedingsstoffen die aanwezig zijn in voedingsmiddelen die een sterk bewerkingsproces of sterk verbrandingsproces hebben ondergaan (en daardoor al allerhande biochemische reacties hebben ondergaan, waardoor ze hun oorspronkelijke structuur en functie hebben verloren en belastend of toxisch zijn geworden).
Dit betekent dat wanneer je (calorie beperkte) voeding onvoldoende voorziet in bovengenoemde voedingsmiddelen, maar ook wanneer je (calorie beperkte) teveel (naar verhouding) voorziet in andere voedingsmiddelen of voedingsmiddelen die een sterk bewerkingsproces of verbrandingsproces hebben doorgemaakt (en daardoor vele stoffen bezit die niet in je lijf mogen belanden), de zenuwcellen, kliercellen en spiercellen in de wand van je darmen (cellen die m.b.v. receptoren informatie ontvangen zodra er vocht en voedingsstoffen in je darmen belandt) niet in staat zullen zijn om fosfolipasen (eiwitten die de vertering van membraan vetten genaamd fosfolipiden tot intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers mogelijk maken) en nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het transport van eiwitten zoals fosfolipasen door de membranen van cellen mogelijk maken) te vormen, niet in staat zullen zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen m.b.v. intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers, niet in staat zullen zijn om reacties te vertonen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen, het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) niet verwerkt zullen worden in je darmen, het verbruik van energie leverende voedingsstoffen in je lijf zal dalen en je (als gevolg daarvan) opeens geen gewicht meer zult verliezen.
(Bel/video)consult
Verlies je sinds je een maag verkleinende operatie hebt ondergaan (ondanks calorie beperkt eten) na een eerste daling in gewicht opeens geen gewicht meer en wil je leren hoe je m.b.v. je (calorie beperkte) voeding ervoor kan zorgen dat de zenuwcellen, spiercellen en kliercellen in de wand van je darmen weer beter t.o.v. eerder in staat zullen zijn om de informatie die deze cellen vanuit het extracellulaire milieu (vanuit de buitenwereld) ontvangen intracellulair over te dragen m.b.v. intracellulaire overdrachtsstofjes genaamd second messengers, weer beter t.o.v. eerder in staat zullen zijn om reacties te vertonen op de aanwezigheid van vocht en voedingsstoffen in je darmen, het vocht en de voedingsstoffen in je darmen (waaronder de energie leverende) weer beter t.o.v. eerder verwerkt zullen worden in je darmen, het verbruik van energie leverende voedingsstoffen weer toe zal nemen t.o.v. eerder en je weer meer gewicht zal verliezen t.o.v. eerder?
Vraag je dan een (bel/video) consult aan, want ik help daar graag bij!
www.personalweightloss.nl/gratis-en-vrijblijvend-advies/
Add comment