Vandaag een antwoord op de vraag van Vera:
- Ik heb begrepen dat wanneer je een tijdlang niks eet (wanneer je urenlang vast) je levercellen glucose moleculen moeten uitscheiden (afscheiden) in het extracellulaire milieu, zodat je bloedsuikerspiegel op peil gehouden kan worden met behulp van deze glucose moleculen in de uren dat je niks eet. Ik heb echter ook begrepen dat je levercellen niet altijd goed in staat zijn om glucose moleculen uit te scheiden (af te scheiden) in het extracellulaire milieu. Kan ik met mijn voeding (in de uren dat ik eet) invloed uitoefenen op het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van mijn levercellen in de uren dat ik niks eet?
Het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van je levercellen
Het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van je levercellen zal slecht verlopen (waardoor je bloedsuikerspiegel niet goed op peil gehouden zal kunnen worden gedurende uren van vasten), wanneer de verdunning, neutralisatie en uitscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) in en door je levercellen niet goed verloopt.
Wanneer je levercellen nog teveel afvalstoffen (nog teveel stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) bezitten, dan zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in deze cellen, kunnen nieuwe hormoon gestuurde enzymatische stofwisselingsprocessen zoals de vorming van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met glucose transporters (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) niet goed uitgevoerd worden in en door deze cellen, zullen deze cellen niet goed in staat zijn om glucose moleculen door het cytoplasma richting het extracellulaire milieu te transporteren m.b.v. vesikels (m.b.v. transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen), zullen deze cellen niet goed in staat zijn om glucose moleculen actief door biologische lipidenmembranen te transporteren m.b.v. glucose transporters (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en zullen deze cellen niet in staat zijn om glucose moleculen uit te scheiden (af te scheiden) in het extracellulaire milieu zodra je bloedsuikerspiegel daalt namelijk.
Dit betekent dat het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van je levercellen enkel goed zal verlopen (en je bloedsuikerspiegel enkel goed op peil gehouden zal kunnen worden gedurende uren van vasten), wanneer de verdunning, neutralisatie en uitscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) in en door je levercellen goed verloopt.
De verdunning, neutralisatie en uitscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen)
In alle cellen van je lijf (waaronder je levercellen) worden voortdurend stofwisselingsprocessen (dit betreffen hormoon gestuurde enzymatische processen) uitgevoerd.
Deze kan je onderverdelen in twee soorten processen:
- Katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen.
- Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.
Gedurende de uitvoering van katabole stofwisselingsprocessen in en door je levercellen worden molecuul verbindingen (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten) opgenomen in deze cellen en afgebroken tot kleinere delen in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen, worden afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel water oplosbare, vet oplosbare als ook gasvormige varianten) gevormd en zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken verloren gaan in deze cellen.
Nieuwe stofwisselingsprocessen (nieuwe hormoon gestuurde enzymatische processen) zoals de vorming van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met glucose transporters (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) kunnen pas uitgevoerd worden in en door je levercellen wanneer de afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel de water oplosbare, de vet oplosbare als ook de gasvormige varianten) in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen verdund, geneutraliseerd en uitgescheiden zijn m.b.v. ionen pompen (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken in deze cellen hersteld is.
Zowel de vorming van nieuwe ionen pompen (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vorming van nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook de vorming van nieuwe glucose transporters (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) betreffen anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.
Dit betekent dat het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van je levercellen enkel goed zal verlopen (en je bloedsuikerspiegel enkel goed op peil gehouden zal kunnen worden gedurende uren van vasten), wanneer de uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen in en door je levercellen na uitvoering van katabole (afbrekende stofwisselingsprocessen) goed verloopt.
De uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen
Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen zoals de vorming van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met glucose transporters (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) kunnen enkel uitgevoerd worden in en door je levercellen wanneer deze cellen kunnen beschikken over voldoende vocht en voldoende bouwstoffen.
Hierover kunnen je levercellen echter niet beschikken wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf.
Wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan kunnen de hormonen die je bloedwaardes reguleren en ook de gelijkmatige verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder zuurstofgas) over je weefsels en cellen (waaronder je levercellen) reguleren niet goed werken en kunnen er uitsluitend katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen zoals de afbraak van membraan eiwitten in en door deze cellen uitgevoerd worden o.i.v. stresshormonen (hormonen met uitsluitend katabole (afbrekende) eigenschappen) en geen anabole (opbouwende en herstellende) zoals de vorming van nieuwe ionen pompen (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vorming van nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afbraak producten en afvalstoffen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook de vorming van nieuwe glucose transporters (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) namelijk.
Dit betekent dat het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van je levercellen enkel goed zal verlopen (en je bloedsuikerspiegel enkel goed op peil gehouden zal kunnen worden gedurende uren van vasten), wanneer je voeding (hetgeen je eet en drinkt) goed bijdraagt aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf.
Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf
Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf kan je enkel bereiken wanneer je voeding (liefst op elk moment dat je iets eet) zo optimaal mogelijk gaat voorzien in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en zo min mogelijk in niet-essentiële stoffen.
Gedurende de verwerking van niet-essentiële stoffen in je spijsverteringskanaal raakt je lichaam (raken je lichaamsweefsels en lichaamscellen, waaronder je levercellen) uitgeput van vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) waaronder essentiële aminozuren waaruit nieuwe ionen pompen (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afbraak producten en afvalstoffen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken ) als ook nieuwe glucose transporters (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) gevormd moeten worden namelijk.
Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen):
- Alle vitamines (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten).
- Zes specifieke mineralen (calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium en chloor).
- Negen specifieke spoorelementen (ijzer, jodium, koper, zink, selenium, mangaan, molybdeen, chroom en fluoride).
- Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
- Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).
Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten betreffen:
- Verse groenten.
- Vers fruit.
- Ei, mager vlees, magere vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte en niet te sterk verhitte/ongebrande vorm).
- Noten, zaden, pitten, algen, wieren en vette vis (in zo min mogelijk bewerkte en rauwe/onverhitte vorm).
Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Enkelvoudige suikers (zoals glucose, fructose en galactose).
- Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Cholesterol.
- Alle overige mineralen en spoorelementen (die hierboven niet genoemd worden).
- Voedingsstoffen die een sterk bewerkingsproces of sterk verbrandingsproces hebben ondergaan (en daardoor hun oorspronkelijke structuur hebben verloren en niet meer als bouwstof/herstelstof kunnen dienen).
Dit betekent dat het uitscheiden (afscheiden) van glucose moleculen in het extracellulaire milieu van je levercellen enkel goed zal verlopen (en je bloedsuikerspiegel enkel goed op peil gehouden zal kunnen worden gedurende uren van vasten), wanneer je voeding (liefst op elk moment dat je iets eet) zo optimaal mogelijk gaat voorzien in vocht en bovengenoemde essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en zo min mogelijk in bovengenoemde niet-essentiële stoffen.
Conclusie:
- Ja, maar enkel wanneer je voeding voortdurend bij gaat dragen aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf. Zolang en wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan kunnen de hormonen die je bloedwaardes reguleren en de gelijkmatige verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder zuurstofgas) over je weefsels en cellen (waaronder je levercellen) reguleren niet goed werken, kunnen je levercellen niet beschikken over voldoende vocht en bouwstoffen, zijn deze cellen niet in staat om anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen uit te voeren na katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen, kunnen de afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel de water oplosbare, de vet oplosbare als ook de gasvormige varianten) in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen niet goed verdund, geneutraliseerd en uitgescheiden worden m.b.v. ionen pompen (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in deze cellen, kunnen nieuwe hormoon gestuurde enzymatische stofwisselingsprocessen zoals de vorming van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met glucose transporters (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) niet goed uitgevoerd worden in en door deze cellen, zullen deze cellen niet goed in staat zijn om glucose moleculen door het cytoplasma richting het extracellulaire milieu te transporteren m.b.v. vesikels (m.b.v. transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen), zullen deze cellen niet goed in staat zijn om glucose moleculen actief door biologische lipidenmembranen te transporteren m.b.v. glucose transporters (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het actief transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en zullen deze cellen niet in staat zijn om glucose moleculen uit te scheiden (af te scheiden) in het extracellulaire milieu zodra je bloedsuikerspiegel daalt namelijk.
Add comment