Vandaag een antwoord op de vraag van Dineke:
- Ik heb begrepen dat je lichaamscellen niet gestimuleerd zullen worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose, wanneer je vetcellen niet goed in staat zijn om vet weefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu. Ik heb tevens begrepen dat je vetcellen niet goed in staat zullen zijn om vetweefselhormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu, wanneer je vetcellen niet goed in staat zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen. Ook heb ik begrepen dat je vetcellen niet goed in staat zullen zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen, wanneer je vetcellen niet in het bezit zijn van lipoproteïne receptoren tussen de fosfolipiden in hun celmembranen. Kan ik met mijn voeding ook invloed uitoefenen op de aanwezigheid van lipoproteïne receptoren tussen de fosfolipiden van de celmembranen van mijn vetcellen?
De aanwezigheid van lipoproteïne receptoren tussen de fosfolipiden in de celmembranen van je vetcellen
Je vetcellen zullen niet in het bezit zijn van lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun celmembranen (waardoor je vetcellen niet in staat zullen zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen, je vetcellen niet in staat zullen zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu en je lichaamscellen niet gestimuleerd zullen worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose, wanneer de verdunning, neutralisatie en uitscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) in en door je vetcellen niet goed verloopt.
Wanneer je vetcellen nog teveel afvalstoffen (nog teveel stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) bezitten, dan zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in deze cellen, kunnen nieuwe hormoon gestuurde enzymatische stofwisselingsprocessen zoals de vorming en uitscheiding van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) niet goed uitgevoerd worden in en door deze cellen, zullen deze cellen geen lipoproteïne receptoren (geen membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun membranen bezitten, zullen deze cellen niet in staat zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen m.b.v. lipoproteïne receptoren (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken), kunnen deze cellen niet beschikken over de lipofiele (vet minnende) voedingsstoffen waaruit lipoproteïnes zijn opgebouwd (voedingsstoffen zoals fosfolipiden), zullen deze cellen niet in staat zijn om vesikels (transport en secretie blaasjes die in het bezit zijn van een biologisch lipidenmembraan dat is opgebouwd uit fosfolipiden) met transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van vetweefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) te vormen uit de lipofiele (vet minnende) voedingsstoffen waaruit lipoproteïnes zijn opgebouwd (uit voedingsstoffen zoals fosfolipiden), zullen deze cellen niet in staat zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu m.b.v. vesikels (m.b.v. transport en secretie blaasjes die in het bezit zijn van een biologisch lipidenmembraan dat is opgebouwd uit fosfolipiden) met transport eiwitten (met membraan gebonden eiwitten die het transport van vet weefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en zullen je lichaamscellen niet gestimuleerd worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose namelijk.
Dit betekent dat je vetcellen enkel in het bezit zullen zijn van lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun celmembranen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu en je lichaamscellen enkel gestimuleerd zullen worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose , wanneer de verdunning, neutralisatie en uitscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) in en door je vetcellen goed verloopt.
De verdunning, neutralisatie en uitscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen)
In alle cellen van je lijf (waaronder je vetcellen) worden voortdurend stofwisselingsprocessen (dit betreffen hormoon gestuurde enzymatische processen) uitgevoerd.
Deze kan je onderverdelen in twee soorten processen:
- Katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen.
- Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.
Gedurende de uitvoering van katabole stofwisselingsprocessen in en door je vetcellen worden molecuul verbindingen (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten) opgenomen in deze cellen en afgebroken tot kleinere delen in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen, worden afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel water oplosbare, vet oplosbare als ook gasvormige varianten) gevormd en zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken verloren gaan in deze cellen.
Nieuwe stofwisselingsprocessen (nieuwe hormoon gestuurde enzymatische processen) zoals de vorming en uitscheiding van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) kunnen pas uitgevoerd worden in en door je vetcellen wanneer de afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel de water oplosbare, de vet oplosbare als ook de gasvormige varianten) in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen verdund, geneutraliseerd en uitgescheiden zijn m.b.v. ionen pompen (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken in deze cellen hersteld is.
Zowel de vorming van nieuwe ionen pompen (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vorming van nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken en ook het transport van vetweefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook de vorming van nieuwe lipoproteïne receptoren (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) betreffen anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.
Dit betekent dat je vetcellen enkel in het bezit zullen zijn van lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun celmembranen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu en je lichaamscellen enkel gestimuleerd zullen worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose , wanneer de uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen in en door je vetcellen na uitvoering van katabole (afbrekende stofwisselingsprocessen) goed verloopt.
De uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen
Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen zoals de vorming en uitscheiding van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) kunnen enkel uitgevoerd worden in en door je vetcellen wanneer deze cellen kunnen beschikken over voldoende vocht en voldoende bouwstoffen.
Hierover kunnen je vetcellen echter niet beschikken wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf.
Wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan kunnen de hormonen die je bloedwaardes reguleren en ook de gelijkmatige verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder zuurstofgas) over je weefsels en cellen (waaronder je vetcellen) reguleren niet goed werken en kunnen er uitsluitend katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen zoals de afbraak van membraan eiwitten in en door deze cellen uitgevoerd worden o.i.v. stresshormonen (hormonen met uitsluitend katabole (afbrekende) eigenschappen) en geen anabole (opbouwende en herstellende) zoals de vorming van nieuwe ionen pompen (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vorming van nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afbraak producten en afvalstoffen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken en ook het transport van vetweefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook de vorming van nieuwe lipoproteïne receptoren (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) namelijk.
Dit betekent dat je vetcellen enkel in het bezit zullen zijn van lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun celmembranen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu en je lichaamscellen enkel gestimuleerd zullen worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose , wanneer je voeding (hetgeen je eet en drinkt) goed bijdraagt aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf.
Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf
Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf kan je enkel bereiken wanneer je voeding (liefst op elk moment dat je iets eet) zo optimaal mogelijk gaat voorzien in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en zo min mogelijk in niet-essentiële stoffen.
Gedurende de verwerking van niet-essentiële stoffen in je spijsverteringskanaal raakt je lichaam (raken je lichaamsweefsels en lichaamscellen, waaronder je vetcellen) uitgeput van vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) waaronder essentiële aminozuren waaruit nieuwe ionen pompen (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afbraak producten en afvalstoffen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken en ook het transport van vetweefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook nieuwe lipoproteïne receptoren (nieuwe membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) gevormd moeten worden namelijk.
Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen):
- Alle vitamines (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten).
- Zes specifieke mineralen (calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium en chloor).
- Negen specifieke spoorelementen (ijzer, jodium, koper, zink, selenium, mangaan, molybdeen, chroom en fluoride).
- Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
- Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).
Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten betreffen:
- Verse groenten.
- Vers fruit.
- Ei, mager vlees, magere vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte en niet te sterk verhitte/ongebrande vorm).
- Noten, zaden, pitten, algen, wieren en vette vis (in zo min mogelijk bewerkte en rauwe/onverhitte vorm).
Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Enkelvoudige suikers (zoals glucose, fructose en galactose).
- Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Cholesterol.
- Alle overige mineralen en spoorelementen (die hierboven niet genoemd worden).
- Voedingsstoffen die een sterk bewerkingsproces of sterk verbrandingsproces hebben ondergaan (en daardoor hun oorspronkelijke structuur hebben verloren en niet meer als bouwstof/herstelstof kunnen dienen).
Dit betekent dat je vetcellen enkel in het bezit zullen zijn van lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun celmembranen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen, je vetcellen enkel in staat zullen zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu en je lichaamscellen enkel gestimuleerd zullen worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose , wanneer je voeding (liefst op elk moment dat je iets eet) zo optimaal mogelijk gaat voorzien in vocht en bovengenoemde essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en zo min mogelijk in bovengenoemde niet-essentiële stoffen.
Conclusie:
- Ja, maar enkel wanneer je voeding voortdurend bij gaat dragen aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf. Zolang en wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan kunnen de hormonen die je bloedwaardes reguleren en de gelijkmatige verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder zuurstofgas) over je weefsels en cellen (waaronder je vetcellen) reguleren niet goed werken, kunnen je vetcellen niet beschikken over voldoende vocht en bouwstoffen, zijn deze cellen niet in staat om anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen uit te voeren na katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen, kunnen de afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel de water oplosbare, de vet oplosbare als ook de gasvormige varianten) in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen niet goed verdund, geneutraliseerd en uitgescheiden worden m.b.v. ionen pompen (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van elektrolyten met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in deze cellen, kunnen nieuwe hormoon gestuurde enzymatische stofwisselingsprocessen zoals de vorming en uitscheiding van vesikels (transport en secretie blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat kan versmelten met andere biologische lipidenmembranen) met lipoproteïne receptoren (membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) niet goed uitgevoerd worden in en door deze cellen, zullen deze cellen geen lipoproteïne receptoren (geen membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun membranen bezitten, zullen deze cellen niet in staat zijn om lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu op te nemen m.b.v. lipoproteïne receptoren (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die de opname van lipoproteïnes vanuit het extracellulaire milieu mogelijk maken), kunnen deze cellen niet beschikken over de lipofiele (vet minnende) voedingsstoffen waaruit lipoproteïnes zijn opgebouwd (voedingsstoffen zoals fosfolipiden), zullen deze cellen niet in staat zijn om vesikels (transport en secretie blaasjes die in het bezit zijn van een biologisch lipidenmembraan dat is opgebouwd uit fosfolipiden) met transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van vetweefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) te vormen uit de lipofiele (vet minnende) voedingsstoffen waaruit lipoproteïnes zijn opgebouwd (uit voedingsstoffen zoals fosfolipiden), zullen deze cellen niet in staat zijn om vetweefsel hormonen (hormonen zoals leptine) uit te scheiden in het extracellulaire milieu m.b.v. vesikels (m.b.v. transport en secretie blaasjes die in het bezit zijn van een biologisch lipidenmembraan dat is opgebouwd uit fosfolipiden) met transport eiwitten (met membraan gebonden eiwitten die het transport van vet weefsel hormonen zoals leptine doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en zullen je lichaamscellen niet gestimuleerd worden om vrije vetzuren vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en deze als brandstof te gebruiken i.p.v. glucose namelijk.
Add comment