Voeding welke de schade welke ten grondslag ligt aan de vorming van oedeem helpt voorkomen en herstellen (waar mogelijk)

Eergisteren zijn we begonnen met een reeks van mails over oedeem (zwelling):

• We hebben besproken hoe de stoffen aanwezig in groenten en de stoffen aanwezig in dierlijke eiwitten (mits intact) de schade (welke ten grondslag ligt aan oedeem-vorming in je lijf) kunnen helpen herstellen.

Vandaag gaan we het (als laatste in de reeks) nog hebben over vetten:

• We gaan bespreken hoe ook de stoffen aanwezig in bepaalde vetten de schade (welke ten grondslag ligt aan de zwellingen in je lijf) kunnen helpen herstellen.

Lees je mee?

Lymf en lip

Oedeem is een ophoping van stoffen in je weefsels welke een opzwelling van je weefsels doet veroorzaken.

Van oedeem is sprake, wanneer de hoeveelheid stoffen in je weefsels (welke de aantrekking van vocht en de toename in grootte van je weefsel veroorzaakt) ongewenst, abnormaal, niet goed gereguleerd en disproportioneel is.

Van oedeem is sprake, wanneer de cellen in je weefsels beschadigd zijn geraakt.

Oedeem kan je onderverdelen in twee soorten:

• Lymf-oedeem.
• Lip-oedeem.

Bij lymf-oedeem is er sprake van een abnormale, disproportionele ophoping van eiwitten en vocht in je lichaam.

Bij lip-oedeem is er sprake van een abnormale, disproportionele ophoping van vetten en vocht in je lichaam.

Vocht-ophoping

De hoeveelheid vocht in je lijf als ook de verdeling van dit vocht over je lijf wordt normaal gesproken prima geregeld.

•  Dit wordt geregeld m.b.v. een pomp-systeem (de natrium-kalium pomp).

Dit pomp-systeem (een enzym) is aanwezig in al je celmembranen inclusief de celmembranen in je darmwand:

• In de celmembranen van je darmwandcellen en al je lichaamscellen zitten enzymen (eiwitten) welke fungeren als pomp welke de (vocht-aantrekkende) elektrolyten natrium-kalium doorheen je darmwand en celmembranen kunnen pompen.

Met behulp van dit pomp-systeem (de natrium-kalium pomp) wordt een goed gereguleerd transport van vocht doorheen je darmwand en celmembranen verzorgd.

Wanneer er teveel vocht in een weefsel van je lijf aanwezig is en het vocht in je lijf duidelijk niet goed (abnormaal en disproportioneel) verdeeld wordt (wat bij lymf- en lip-oedeem beide het geval is), dan duidt dit op schade aan de celmembranen in dit weefsel en vaak ook op schade aan de celmembranen van je darmwandcellen:

• De natrium-kalium pomp in je darmwand en celmembranen kan daardoor niet goed functioneren.

De beschermende laag van slijmstoffen (welke je darmwand en celmembranen normaal gesproken bezitten) is kennelijk beschadigd geraakt:

• Deze laag van slijmstoffen zorgt normaal gesproken namelijk voor een water-oplosbare, basische beschermlaag van slijmstoffen welke de eiwitten (waaronder de natrium-kalium pomp) in je darmwand en celmembranen beschermt tegen de schadelijke invloed van verzurende stoffen en lichaamsvreemde stoffen (aanwezig in je darmen of weefsels).

Wanneer deze water-oplosbare beschermlaag beschadigd raakt, dan:

• Zullen de natrium-kalium-pompen in je lijf niet goed meer functioneren.
• Zal de afvoer van afvalstoffen in je lijf verslechteren.
• Zal je darmwand sterker doorlaatbaar worden voor vocht.
• Zullen je celmembranen sterker doorlaatbaar worden voor vocht.
• Kan de hoeveelheid vocht in je lijf ongereguleerd toenemen.
• Kan de verdeling van vocht over je lijf verstoord raken.

Gelukkig kan de beschermlaag van je darmwand en celmembranen hersteld worden.

Dat wil zeggen dat verdere vocht-toename en verdere vocht-ophopingen in je lijf en weefsels gestopt kunnen worden, zodra de schade aan je darmwand en celmembranen (welke hieraan ten grondslag ligt) hersteld is.

Dan moet je voeding echter wel optimaal voorzien in stoffen waarmee de celmembranen in je lijf (inclusief hun beschermlaag) weer hersteld kunnen worden.

Conclusie:

• Om een abnormale en disproportionele vocht-toename en vocht-verdeling in je lijf en weefsels een halt toe te kunnen roepen, moet je voeding optimaal voorzien in stoffen waarmee de celmembranen in je lijf (inclusief hun beschermlaag) hersteld kunnen worden.

Eiwit-ophoping

Eiwitten (grote voedingsstof-moleculen) zijn normaal gesproken niet aanwezig in de vloeistof tussen je cellen (de extra-cellulaire ruimte van je weefsels en je lymfe):

• De eiwitten welke wel aanwezig zijn in je bloedbaan kunnen in normale (gezonde) omstandigheden namelijk niet buiten je bloedbaan treden.

Bij lymf-oedeem zijn wel degelijk eiwitten aanwezig buiten je bloedbaan (in de extra-cellulaire ruimte van je weefsels).

Dit duidt op schade aan de celmembranen (inclusief hun beschermlaag) van je vaatwandcellen (endotheelcellen).

Wanneer de celmembranen van je vaatwandcellen (inclusief beschermlaag) beschadigd raken, dan:

• Zal je vaatwand doorlaatbaar worden voor eiwitten en kunnen eiwitten vanuit je bloedbaan in de extra-cellulaire ruimte van je weefsels (in je lymfe) belanden en daar vocht aantrekken en een zwelling (oedeem) veroorzaken.

Gelukkig (zo las je net al) kunnen beschadigde celmembranen (inclusief hun beschermlaag) hersteld worden.

Dat wil zeggen dat een verdere toename van eiwitten in de extra-cellulaire ruimte van je weefsels (in je lymfe) gestopt kan worden, zodra de schade aan de celmembranen van je vaatwandcellen (welke hieraan ten grondslag ligt) hersteld is.

Dan moet je voeding echter wel optimaal voorzien in stoffen waarmee de celmembranen van je vaatwandcellen hersteld kunnen worden.

Conclusie:

• Om de stroom van eiwitten richting de extra-cellulaire ruimte van je weefsels (je lymfe) een halt toe te kunnen roepen, moet je voeding optimaal voorzien in stoffen waarmee de celmembranen van je vaatwandcellen hersteld kunnen worden.

Vet-ophoping

De toename van vet in je lijf zal normaal gesproken (in gezonde omstandigheden) niet plaatsvinden wanneer je voeding weinig brandstoffen (calorieën) bevat:

• Normaal gesproken (in gezonde omstandigheden) kunnen de brandstoffen in je lijf opgenomen worden in je cellen en in je cellen benut worden en zal de totale hoeveelheid vet in je lijf niet toenemen wanneer je voeding weinig brandstoffen bevat.
  

Ook de opslag van vet in je vetcellen wordt normaal gesproken (in gezonde omstandigheden) gestopt zodra je vetcellen vol zitten, waardoor je vetweefsel niet zomaar in grootte zal toenemen:

• Het stop-zetten van verdere vet-opslag in je vetweefsel (zodra je vetcellen vol zitten) wordt normaal gesproken (in gezonde omstandigheden) goed geregeld door het hormoon leptine.

Bij lip-oedeem is sprake van een voortdurende vet-toename in je lijf (zelfs bij een lage calorie-inname) en voortdurende vet-opslag in je vetweefsel (zelfs nadat je vetcellen al vol zitten).

Bij lip-oedeem is tevens sprake van een verhoogde cel-deling van vetcellen, waardoor de vet-cellen in je vetweefsel zowel in grootte, maar ook in hoeveelheid toenemen.

Kortom:

• Bij lip-oedeem is er geen sprake van normale, gezonde omstandigheden.

Dit alles duidt op schade aan de celmembranen van je vetcellen.

Wanneer de celmembranen van je vetcellen beschadigd  raken, dan:

• Zullen de leptine-receptoren in je lijf niet goed meer functioneren, zal de opslag van vet doorgaan zelfs nadat je vetcellen vol zitten en zullen vet-ophopingen ontstaan.

• Zal het contact tussen je vetcellen verloren gaan, kunnen cel-processen (zoals cel-deling) in je vetweefsel niet goed gereguleerd worden door omliggende cellen en zal hyperplasie (ongeremde celdeling) en daardoor een ongeremde vergroting van je vetweefsel ontstaan.

Gelukkig kunnen celmembranen hersteld worden (heb je eerder al kunnen lezen).

Dat wil zeggen dat verdere ongecontroleerde opslag van vetten in je vetweefsel en verdere ongecontroleerde vergroting van je vetweefsel gestopt kan worden, zodra de schade aan de celmembranen van je vetcellen (welke hieraan ten grondslag ligt) hersteld is.

Dan moet je voeding echter wel optimaal voorzien in de stoffen waarmee de celmembranen van je vetcellen hersteld kunnen worden.

Conclusie:

• Om vet-ophopingen in je vetweefsel en de zwelling (vergroting) van je vetweefsel een halt toe te kunnen roepen, moet je voeding optimaal voorzien in stoffen waarmee de celmembranen van je vetcellen hersteld kunnen worden.

Vetten

Je celmembranen inclusief de beschermlaag van je celmembranen zijn allen opgebouwd uit verschillende proteïnes, glyco-proteïnes, lipiden en glyco-lipiden.

De celmembranen (inclusief beschermlaag) van je darmwandcellen, vaatwandcellen en vetcellen kunnen enkel hersteld worden, wanneer ze regelmatig voorzien worden in stoffen waarmee nieuwe proteïnes, glyco-proteïnes, lipiden en glyco-lipiden gevormd kunnen worden.

Nieuwe lipiden en nieuwe glyco-lipiden kunnen enkel gevormd worden, wanneer je lichaam regelmatig voorzien wordt in de essentiële vetzuren omega 3 en 6.

Niet alle vetten welke aanwezig zijn in je  voeding bevatten echter de essentiële vetzuren omega 3 en 6.

Dierlijke vetten en voedingsmiddelen met geraffineerde plantaardige oliën (volop aanwezig in het eetpatroon van de gemiddelde Nederlander) bevatten deze essentiële vetzuren niet (in intacte toestand):

• De regelmatige consumptie van dierlijke vetten en voedingsmiddelen met geraffineerde plantaardige oliën draagt daardoor niet bij aan het herstel van de celmembranen (inclusief beschermlaag) van je darmwandcellen, vaatwandcellen en vetcellen en daardoor ook niet aan het stopzetten van verdere oedeem-vorming.

Vette vis en koud geperste plantaardige oliën (naar verhouding veel minder aanwezig in het eetpatroon van de gemiddelde Nederlander) bevatten deze essentiële vetzuren echter wel:

• De regelmatige consumptie van vette vis en koud geperste plantaardige oliën draagt daardoor wel bij aan het herstel van de celmembranen (inclusief beschermlaag) van je darmwandcellen, vaatwandcellen en vetcellen en daardoor ook niet aan het stopzetten van verdere oedeem-vorming.

De essentiële vetzuren (omega 3 en 6 vetzuren) zijn (in intacte toestand) namelijk aanwezig in:

•     Rauwe, verse vette vis.
•     Rauwe noten, zaden en pitten.
•     Koud geperste oliën van noten, zaden en pitten.
•     Verse groene bladgroenten, algen en wieren.

De omega 3 en 6 vetzuren hierin zijn zeer kwetsbaar en blijven niet intact (en kunnen niet meer als bouwstof voor nieuwe lipiden dienen), wanneer ze flink blootgesteld worden aan:

•     Lucht.
•     Licht.
•     Hoge temperaturen.
•     Chemicaliën.

Helaas consumeren de meeste Nederlanders weinig voeding met omega 3 vetzuren en wordt voeding met omega 6 vetzuren (zoals zonnebloemolie) vaak verhit, waardoor nieuwe lipiden en glyco-lipiden alsnog niet goed gevormd kunnen worden in hun lijf, hun celmembranen alsnog niet goed hersteld kunnen worden en ze verdere oedeem-vorming in hun lijf alsnog niet kunnen voorkomen.

Kortom:

• Wanneer je voeding niet heel regelmatig voeding met intacte omega 3 en 6 vetzuren bevat, dan mist je voeding heel wat stoffen welke de schade (welke ten grondslag ligt aan oedeem-vorming in je lijf) kunnen helpen herstellen.

• Wanneer je voeding niet heel regelmatig voeding met intacte omega 3 en 6 vetzuren bevat, dan mist je voeding heel wat stoffen welke bij kunnen dragen aan het stopzetten van verdere oedeem-vorming.

Conclusie:

• Om verdere oedeem-vorming in je lijf zoveel mogelijk een halt toe te kunnen roepen (en de schade welke hieraan ten grondslag ligt zoveel mogelijk te kunnen herstellen), moet je voeding zeer regelmatig (liefst elk moment dat je iets eet) voorzien in verse groenten, intacte dierlijke eiwitten (zie de mails van de afgelopen dagen) en voeding met intacte omega 3 en 6 vetzuren.

Vraag:

• Heb jij last van oedeem (lip of lymf)?
• Heeft het volgen van een dieet (een vermindering van calorieën en het schrappen van voedingsstoffen uit je eetpatroon) geen oplossing kunnen bieden?
• Ben jij bereid om stoffen in je eetpatroon te integreren welke de schade (welke ten grondslag ligt aan oedeem-vorming in je lijf) kunnen helpen herstellen?
• Ben je bereid om zeer regelmatig (liefst elk moment dat je iets eet) verse groenten, intacte dierlijke eiwitten en voeding met intacte omega 3 en 6 vetzuren te gaan consumeren?