Vandaag een antwoord op de vraag van Bea:
- Ik heb begrepen dat je alvleesklier niet goed zal werken, wanneer het gehalte aan vet en cholesterol buiten de membranen van de kliercellen in je alvleesklier verhoogd is geraakt. Kan ik ook invloed uitoefenen op dit gehalte?
Het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen
Het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen zal enkel dalen (en een verhoogd gehalte aan vet en cholesterol buiten de membranen van cellen kan enkel voorkomen worden), wanneer vetten opgenomen kunnen worden in cellen en wanneer ook cholesterol opgenomen kan worden in cellen.
Dit betekent dat wanneer cellen niet in staat zijn om vetten en ook cholesterol op te nemen, het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen verhoogd zal raken.
De opname van vet en de opname van cholesterol in cellen
Vetten kunnen enkel in de vorm van vrije vetzuren (de verteringsproducten van vetten) opgenomen worden in je cellen.
Cholesterol kan enkel opgenomen worden in je cellen, wanneer de gehele cholesterol bevattende lipoproteïne LDL opgenomen kan worden in je cellen.
Dit betekent dat wanneer cellen niet in staat zijn om de vetten die buiten hun membranen in lipoproteïnes verpakt aanwezig zijn te verteren (enzymatisch te splitsen) tot vrije vetzuren en wanneer cellen niet in staat zijn om de cholesterol bevattende lipoproteïne LDL op te nemen, het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen verhoogd zal raken.
De vertering van de vetten die buiten de membranen van cellen in lipoproteïnes verpakt aanwezig zijn en de opname van de cholesterol bevattende lipoproteïne LDL
Cellen zijn enkel in staat om de vetten die buiten hun membranen in lipoproteïnes verpakt aanwezig zijn te verteren (enzymatisch te splitsen) tot vrije vetzuren en zijn ook enkel in staat om de cholesterol bevattende lipoproteïne LDL op te nemen, wanneer cellen kunnen beschikken over voldoende aminozuren die cellen nodig hebben om nieuwe eiwitten te kunnen vormen.
Wanneer cellen niet kunnen beschikken over voldoende aminozuren die cellen nodig hebben om nieuwe eiwitten te kunnen vormen, dan zijn cellen niet in staat om lipoproteïne lipasen (eiwitten die de vertering van de vetten die in lipoproteïnes aanwezig zijn tot vrije vetzuren mogelijk maken) en LDL receptoren (eiwitten die de receptor gemedieerde opname van de cholesterol bevattende lipoproteïne LDL mogelijk maken) te vormen namelijk.
Hierover zullen cellen echter niet kunnen beschikken, wanneer je voeding onvoldoende essentiële aminozuren (onvoldoende aminozuren die cellen niet zelf kunnen vormen) levert.
Dit betekent dat wanneer je voeding onvoldoende essentiële aminozuren (onvoldoende aminozuren die cellen niet zelf kunnen vormen) levert, het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen verhoogd zal raken.
Essentiële aminozuren
Essentiële aminozuren betreffen de volgende negen aminozuren:
- Histidine
- Lysine
- Tryptofaan
- Fenylalanine
- Leucine
- Isoleucine
- Methionine
- Valine
- Threonine
Dit betekent dat wanneer je voeding onvoldoende eiwitten bezit die deze aminozuren leveren of wanneer de vertering van de eiwitten in je voeding tot aminozuren in je spijsverteringskanaal niet goed verloopt, het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen verhoogd zal raken
De vertering van eiwitten tot aminozuren in je spijsverteringskanaal
De vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren in je spijsverteringskanaal zal niet goed verlopen, wanneer je voeding onvoldoende voorziet in vocht en onvoldoende voorziet in essentiële voedingsstoffen (voedingsstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen), maar zal ook niet goed verlopen wanneer je voeding teveel (naar verhouding) voorziet in niet-essentiële stoffen (stoffen die cellen zelf kunnen vormen en stoffen die niet voedzaam, beschadigd, belastend of toxisch zijn).
Wanneer je voeding onvoldoende voorziet in vocht en onvoldoende voorziet in essentiële voedingsstoffen (voedingsstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en/of wanneer je (calorie beperkte) voeding teveel (naar verhouding) voorziet in niet-essentiële stoffen (stoffen die cellen zelf kunnen vormen en stoffen die niet voedzaam, beschadigd, belastend of toxisch zijn), dan zullen de kliercellen die aanwezig zijn in de wand van je maag, in de wand van je darmen en in je alvleesklier voedingsstoffen missen die deze cellen nodig hebben om peptidasen (eiwitten die de vertering van de eiwitten in je voeding in je spijsverteringskanaal tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en af te geven richting je spijsverteringskanaal en zal ook de optimale zuurtegraad die peptidasen (eiwitten die de vertering van de eiwitten in je voeding in je spijsverteringskanaal tot aminozuren mogelijk maken) nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in je spijsverteringskanaal namelijk.
Dit betekent dat wanneer je voeding onvoldoende voorziet in essentiële voedingsstoffen (voedingsstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) maar ook wanneer je voeding teveel (naar verhouding) voorziet in niet-essentiële stoffen (stoffen die cellen zelf kunnen vormen en stoffen die niet voedzaam, beschadigd, belastend of toxisch zijn), het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen verhoogd zal raken
Essentiële voedingsstoffen
Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Alle vitamines (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten).
- Zes specifieke mineralen (calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium en chloride).
- Negen specifieke spoorelementen (ijzer, jodium, koper, kobalt, zink, selenium, mangaan, molybdeen en chroom).
- Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
- Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).
Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten en ook vocht bezitten betreffen:
- Verse groenten.
- Vers fruit.
- Ei, mager vlees, magere vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte en niet te sterk verhitte/ongebrande vorm).
- Noten, zaden, pitten, algen, wieren en vette vis (in zo min mogelijk bewerkte en rauwe/onverhitte vorm).
Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Enkelvoudige suikers (zoals glucose, fructose en galactose).
- Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Cholesterol.
- Alle overige mineralen en spoorelementen (die hierboven niet genoemd worden).
- Voedingsstoffen die aanwezig zijn in voedingsmiddelen die een sterk bewerkingsproces of sterk verbrandingsproces hebben ondergaan (en daardoor al allerhande biochemische reacties hebben ondergaan, waardoor ze hun oorspronkelijke structuur en functie hebben verloren).
Dit betekent dat wanneer je voeding onvoldoende voorziet in bovengenoemde voedingsmiddelen, maar ook wanneer je voeding teveel (naar verhouding) voorziet in andere voedingsmiddelen of voedingsmiddelen die een sterk bewerkingsproces of verbrandingsproces hebben doorgemaakt, het vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van cellen verhoogd zal raken
(Bel/video)consult
Kamp je met maag- en darmklachten en verstoorde bloedsuikerspiegelwaardes als gevolg van een een langdurig verhoogd vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van de kliercellen in je alvleesklier en een slechte werking van de kliercellen in je alvleesklier als gevolg daarvan?
Wil je de invloed van voeding op de werking van de kliercellen in je alvleesklier, het ontstaan van maag- en darmklachten, het ontstaan van verstooorde bloedsuikerspiegelwaardes en het ontstaan van een een langdurig verhoogd vet en cholesterol gehalte buiten de membranen van de kliercellen in je alvleesklier leren begrijpen en wil je leren hoe je de werking van deze cellen m.b.v. je voeding in gunstige zin kan beïnvloeden?
Vraag je dan een (bel/video) consult aan, want ik help daar graag bij!
www.personalweightloss.nl/gratis-en-vrijblijvend-advies/
Add comment