De stoffen in ons eten welke GEEN calorieën leveren

De stoffen in ons eten welke GEEN calorieën leveren

Wij eten voeding, althans, zo denken we vaak, wat niet eens altijd het geval is (kan ik je wel verklappen).
In die voeding zitten voedingsstoffen, vandaar ook dat we denken dat hetgeen we dan eten voeding betreft; het bevat namelijk toch voedingsstoffen!.
Voedingsstoffen waar ons lichaam, middels stofwisselingsreacties energie uit kan halen; ja, dat kan heel misschien, wanneer de omstandigheden en de combinaties gunstig zijn!
Deze voedingsstoffen zijn dan onderdeel van koolhydraten, eiwitten en vetten; deze stoffen kennen we als voedingsstoffen.
OOK zitten er echter nog meer stoffen in onze voeding; vergeet die niet!

DIE stoffen, die leveren GEEN energie en dus GEEN calorieën.
Enkel voedingsstoffen namelijk leveren energie dus “calorieën”.
DIE stoffen, die kennen we veelal niet, weten we weinig van en over en dat hoeft voor ons gevoel ook vaak niet, want DIE doen niet mee in onze stofwisseling!
DIE leveren geen energie, DIE leveren geen calorieën, dus daar hoeven of moeten we niks mee en hebben we niks aan, DUS hoeven we niet over na te denken of ons druk over te maken, want DIE “doen er niet toe”.
Althans, zo wordt ons geleerd en aangepraat.

OF TOCH WEL?!

ALLE stoffen, ja, echt ALLE stoffen, welke wij maar in ons lijf krijgen namelijk zullen SOWIESO je spijsverteringskanaal in komen; besef je dat maar eens!
Sommige stoffen daarvan inderdaad zullen NOOIT dit spijsverteringskanaal verlaten, in je bloedbaan komen of deel gaan nemen zozeer in DIRECTE zin in de stofwisselingsprocessen in je lijf en daar invloed op uit kunnen oefenen in DIRECTE zin, maar INDIRECT, vergis je niet, hebben ook DEZE stoffen, al leveren ze GEEN energie en al verlaten ze je spijsverteringskanaal niet, TOCH invloed op je stofwisseling en hoe deze verloopt!
Ze doen er dus wel degelijk OOK toe!

Daarom is het toch ook WEL goed om bewust te zijn van de aanwezigheid van deze stoffen en hun invloed, want met de stofwisseling, daar hebben we allemaal echt WEL mee te maken, DAAR moeten we het mee doen en DAARVAN willen we dat deze optimaal verloopt, want enkel met een optimaal verlopende stofwisseling voel je je en blijf je gezond en dat willen we allemaal!

ALLE stoffen namelijk, dus zowel de energie-leverende voedingsstoffen, maar dus OOK de niet-energieleverende stoffen gaan ALLEMAAL eerst je spijsverteringskanaal in en door; echt allemaal.
Ons lichaam zal, moet en kan dan ook op AL die stoffen tezamen reageren.

De stoffen welke GEEN energie leveren hebben daardoor effect op TEVENS de verwerking en vertering van de voedingsstoffen welke WEL energie leveren en welke WEL uiteindelijk deel moeten gaan nemen in de stofwisselingsprocessen in je lijf en WEL je spijsverteringskanaal verlaten (als het goed is) en WEL in je bloedbaan opgenomen zullen worden.

Stoffen welke de energie-leverende voedingsstoffen (waar uiteindelijk je stofwisseling en dus je gezondheid van afhankelijk is), nadelig beïnvloeden in hun verteringsproces, DAAR moeten we dus van op de hoogte van zijn en voor waken, wil je dat je stofwisseling gunstig verloopt en stoffen welke de energie-leverende voedingsstoffen (waar je stofwisseling en dus je gezondheid van afhankelijk is), voordelig en gunstig kunnen beïnvloeden in hun verteringsproces, DAAR  willen we dus OOK van op de hoogte zijn en moeten we zeker niet willen missen OF als onnodig en nutteloos en verwaarloosbaar beschouwen OF verloren laten gaan, wil je dat je stofwisseling gunstig blijft verlopen!

Zo kan je bijvoorbeeld vanuit de huidige bestaande denkwijze en opvattingen denkend TOTAAL geen verschil zien tussen bijvoorbeeld 35 g onbewerkte, rauwe havervlokken, welke je rustig hebt geweekt en gekookt, niet ver boven de 100 graden verhitting komend in het bereidingsproces OF eenzelfde 35 g granen, maar DAN in de vorm van een al voor jou gebakken cracker van volkorenmeel (laten we dan WEL even OOK haver nemen als graan, want anders denk je dat het soort graan het verschil maakt).
Aangezien dit namelijk ALLEBEI eenzelfde hoeveelheid koolhydraten en glucose bevat (aangezien het BEIDE 35 g havermout betreft en glucose het stofje is, wat na vertering in ons spijsverteringskanaal onze bloedbaan in komt en ons lichaam van energie kan voorzien), denken we volgens de bestaande denkwijzen en opvattingen namelijk dat BEIDE dan ook eenzelfde invloed op onze stofwisseling gaan uitoefenen; evenveel calorieën is evenveel calorieën, toch?!

Ook wanneer we 30 g noten zouden eten samen met 30 g rozijnen, welke samen opgeteld een bepaald aantal calorieën bevat OF we gaan diezelfde hoeveelheid noten en rozijnen samenkneden tot een noten-rozijnenreep, waar we verder niks mee doen hoor, maar welke we WEL nog even in de oven verhitten op 200 graden OF waarvan we deze noten bijvoorbeeld wel nog eerst even zouden vermalen tot meel en DIE dan met diezelfde hoeveelheid rozijnen gaan mengen en DAT mengsel vervolgens nog wel even gaan bakken op 200 graden tot een amandelmeel-rozijnenkoekje zonder verdere toevoegingen ook DAN zou je kunnen denken dat het BEIDE eenzelfde hoeveelheid calorieën bevat en DUS ook eenzelfde effect zal en moet hebben op onze stofwisseling uiteindelijk, ongeacht in welke vorm we dit dan eten en welke bereiding daaraan vooraf is gegaan.

Zo zou je dan OOK kunnen denken en concluderen van 2 verschillende producten die dezelfde hoeveelheid en combinaties voedingsstoffen bevatten en dus dezelfde samenstelling aan energie-leverende stoffen bevatten (maar waarvan de ene van biologische oorsprong is en geen toegevoegde conserveermiddelen bevat en de ander van niet-biologische oorsprong is en wel toegevoegde conserveermiddelen en bestrijdingsmiddelen en wellicht wel anti-biotica of iets dergelijks bevat), aangezien beide dezelfde hoeveelheid voedingsstoffen en calorieën bevatten, ze dezelfde invloed moeten uitoefenen op onze stofwisseling, want enkel DIE voedingsstoffen (de energie-leverende voedingsstoffen), welke bij beide producten hetzelfde zijn (en dan ook eenzelfde hoeveelheid en samenstelling koolhydraten, eiwitten en vetten bevatten), DIE doen toch uiteindelijk alleen maar mee in onze stofwisseling en die andere stoffen, welke er WEL bij het tweede product nog aan toe zijn gevoegd of in zitten door een andere “behandeling”, maar welke GEEN calorieën leveren, DIE doen toch niks in of met onze stofwisseling?!

Toch wel dus..
MAAR DAN INDIRECT!

De verdeling en verwerking van stoffen in ons lichaam (en dus onze stofwisseling) wordt namelijk gestuurd door signaalstoffen: hormonen en neurotransmitters.
Deze werken samen met receptoren.
Door heel ons lijf liggen zulke receptoren.
Deze receptoren kunnen stoffen en stofsamenstellingen herkennen en zullen DAAROP, op basis van DIE herkenning en DIE waarneming signalen doorgeven welke vervolgens weer via de signaalstoffen bij cellen en organen verderop in je lichaam terecht komen.

Zo wordt in onze mondholte onze voeding al herkend en ook daar al een samenstelling en concentratie etc. opgemerkt en gesignaleerd.
Op basis van die signalering wordt informatie over de voeding welke ons lijf in is gekomen DAN AL doorgespeeld naar organen verderop in je lichaam )zo ook je hersenen), die dan al vooraf en tijdig weten dat DIE stoffen eraan komen, zodat ze zich DAAROP gaan voorbereiden.

Zo wordt de maag bijvoorbeeld al tijdig voorbereid op het “er aan komen van voeding”, zodat deze maagsap gaat produceren, wordt onze alvleesklier al tijdig op de hoogte gesteld van “het eraan komen van voeding”, zodat deze sappen gaat afgeven met daarin enzymen en ontzurende stoffen en wordt bijvoorbeeld de alvleesklier, wanneer er koolhydraten in onze voeding worden opgemerkt in de mondholte, door een ervaring van “zoet”, OOK tijdig op de hoogte DAARVAN gesteld, zodat deze weet dat deze insuline moet gaan produceren en afgeven in de bloedbaan om de bloedsuikerspiegel te reguleren die zal gaan schommelen door het “erbij komen” van nieuwe koolhydraten later.

Voeding uit de natuur echter bevat in onbewerkte toestand (behalve glucose, aminozuren en vetzuren, welke in onze bloedbaan worden opgenomen en welke deel gaan nemen aan de stofwisseling), OOK daarnaast nog meer stoffen: bio-actieve stoffen.

DIE stoffen HELPEN vaak bij de “herkenning” welke plaats vindt in ons spijsverteringskanaal.

DIE stoffen hebben vaak een gunstige invloed op onze spijsverteringsorganen en kunnen en zullen deze GUNSTIG prikkelen en hebben daardoor een gunstige invloed op de zuurtegraad in ons spijsverteringskanaal, de afgifte van spijsverteringssappen, de enzymwerking en het in balans houden van onze flora in onze darmen.

In en bij aanwezigheid van DIE stoffen, dus wanneer onze voeding nog zo “ongerept” mogelijk is gehouden, zal de spijsvertering dan ook het best verlopen en ZULLEN de stoffen, welke je in je mondholte hebt gekregen en waar je organen dus al lang en breed van hebben “doorgekregen” dat ze deze binnenkort kunnen gaan verwachten en waar ze zich dan ook al op hebben voorbereid, deze ook daadwerkelijk binnen afzienbare tijd KUNNEN verwachten, zoals ze dat door hebben gekregen.

Elke bewerking echter welke onze voeding kan hebben doorgemaakt (dit kan bewerking door verhitting betreffen zonder er dan verder iets aan toe te voegen OF bewerking niet zozeer door verhitting, maar WEL door een toevoeging van niet-natuurlijke stoffen OF bewerking in de vorm van toevoeging van stoffen welke geen calorieën leveren (zoals bestrijdingsmiddelen en conserveermiddelen of andere chemische stoffen) en ga zo maar door), AL deze bewerkingen veranderen de structuur en samenstelling van de oorspronkelijke voeding en AL deze bewerkingen hebben dan ook invloed op de spijsvertering.

Door bewerking bijvoorbeeld verandert de chemische structuur en dan ook de moleculaire opbouw namelijk al van de voeding welke we eten.
Bio-actieve stoffen gaan veelal verloren door deze bewerkingen helaas (welke nou juist zo mooi en fijn bij kunnen dragen aan goede vertering) EN nieuwe stoffen kunnen ontstaan (zoals schadelijke verbrandingsproducten), welke de vertering helaas nadelig kunnen en zullen bemoeilijken.

Bij malen en verhitting kunnen vocht en vezels bijvoorbeeld verloren gaan, waardoor voeding geconcentreerder en compacter wordt, waardoor deze langer in de maag zal blijven, de maag minder snel vol raakt en daardoor de maagwand minder snel zal prikkelen, waardoor de stofwisseling anders en trager zal verlopen (dan wanneer de stoffen hun vocht en vezels nog wel in bezit zouden hebben), zuurtegraad nadelig kan veranderen etc.
De latere organen die bij binnenkomst van je voeding in de mondholte al een boodschap hebben gekregen dat ze binnenkort bepaalde stoffen kunnen verwachten, zullen deze vervolgens NIET krijgen OF niet al te snel OF niet volledig, door een verslechterde vertering echter!
Zo raakt ons lichaam “in de war” en “uit balans”!

Zo kan bijvoorbeeld onze alvleesklier al lang insuline zijn gaan afgeven (wanneer het de boodschap heeft gekregen dat er zo koolhydraten aan komen), waardoor de bloedsuikerspiegel al dalende is, omdat deze het signaal kreeg dat er “zo” koolhydraten aan zouden komen, maar komen deze vervolgens niet of later, dan zal er stress uit disbalans ontstaan vanuit een lage bloedsuikerspiegel en zal onze hormoonbalans dan ook MEER verstoord dan nodig raken na het eten van koolhydraten welke WEL een bewerkingsproces hebben doorgemaakt t.o.v. koolhydraten welke GEEN bewerkingsproces hebben doorgemaakt.

Andersom kan trouwens ook!
Wanneer vezels door bewerking verdwenen zijn uit onze koolhydraten en daardoor de spijsvertering en opname in bloedbaan juist veel sneller en veel te snel kan verlopen, komen koolhydraten onverwacht snel als een gek onze bloedbaan in gevlogen al vlak na de alvleesklier een signaal heeft gekregen dat er “zo een keer” koolhydraten aan zullen komen, waardoor de alvleesklier vanuit een schrikreactie op het zo snel en onverwacht FLINK pieken van de bloedsuikerspiegel veel meer insuline moet en zal gaan afgeven als verwacht!
Ook dit levert stress op en een verstoorde hormoonbalans!

Bij verhitting van koolhydraten, met name zetmeelrijke koolhydraten bijvoorbeeld, BOVEN een temperatuur van 120 graden celsius kunnen acrylamides (verbrandingsproducten) ontstaan, welke een toxische werking hebben en welke onze lever met diens enzymatische processen moet gaan ontgiften.
Dit hoeft de lever NIET te doen, wanneer dezelfde granen minder sterk of onverhit door ons waren gegeten.
Onze lever is het orgaan welke voedingsstoffen welke wij hebben gegeten zal en moet “verdelen over ons lijf” nadat de voedingsstoffen via onze darmen in onze bloedbaan zijn gekomen.
Wanneer onze lever echter bezig is met ontgiften (wat altijd prioriteit heeft, want DAT is een vorm van gevaar en bedreiging voor ons lijf), snap je dat deze niet zo snel of niet zo goed in staat zal zijn dezelfde koolhydraten verder door te spelen naar andere delen van het lijf dan wanneer hij dit ontgiftingsproces NIET er nog eens bij uit had hoeven voeren.
Zo heeft de havermout welke STERK verhit was t.o.v. de havermout welke minimaal verhit was TOCH uiteindelijk een andere invloed op onze stofwisseling!

Ook onverzadigde vetzuren (zoals deze in noten en zaden zitten), kunnen schadelijke stoffen ontwikkelen vanaf een bepaalde verhitting en kunnen makkelijk oxideren.
De dubbele binding in hun structuur kan kapot gaan; deze vetten zijn namelijk wat instabiel.
Hierdoor (door het oxideren bij blootstelling aan lucht en “kapot gaan” en het produceren van belastende stoffen bij te sterke verhitting) zullen gunstige eigenschappen m.b.t. de spijsvertering (welke noten in onvermalen en onverhitte toestand kunnen bezitten), zoals ontstekingsremmende eigenschappen, helaas verloren gaan en nadelige stoffen en eigenschappen naar boven komen.

Ook bij dit alles (dus door het nadelige effect, voortkomend uit bewerking) krijgen de latere organen welke met DIE stoffen te maken krijgen door deze bewerking met meer nadelige en minder voordelige stoffen te maken en zal dit dus wel degelijk invloed uitoefenen op de algehele stofwisseling, welke in en m.b.v. onze organen plaatsvindt.
Deze organen kunnen namelijk niet alles tegelijk hè.
Wanneer ze minder stimulerende en tegelijkertijd meer tegenwerkende stoffen te verwerken krijgen, kunnen deze de aanwezige mooie, energie-leverende voedingsstoffen (waar onze stofwisseling van afhankelijk is), natuurlijk minder goed, optimaal of snel verwerken en ook weer verder “wisselen”!

Zo ook is het geval bij en met bestrijdingsmiddelen.

Zo zal PRECIES eenzelfde product of voedingsmiddel met verder PRECIES dezelfde voedingswaarde en voedingsstoffen daarin en dus ook met PRECIES dezelfde hoeveelheid aan calorieën TOCH anders verwerkt worden wanneer deze WEL onnatuurlijke conserveermiddelen en bestrijdingsmiddelen MEE-LEVERT t.o.v. het product of voedingsmiddel, welke deze niet mee levert.

De energie-leverende voedingsstoffen zijn dan namelijk misschien WEL hetzelfde en die zouden toch in BEIDE gevallen (zo zou je denken) ALLEBEI gewoon in ons lichaam opgenomen kunnen worden LOS van de aanwezigheid van andere stoffen (zou je denken), maar waar dacht je dat die voedingsstoffen opgenomen moeten worden in je lijf?
In je darmen toch?
Helaas kunnen ALLE niet-voedzame stoffen (dus ook kunstmatige conserveermiddelen, concentraten van stoffen en bestrijdingsmiddelen) nadelige invloed uitoefenen op onze bacterieflora aldaar, zuurtegraad aldaar EN conditie van onze darmwand, waardoor helaas in aanwezigheid van deze toegevoegde niet-calorie-leverende stoffen de mooie voedingsstoffen TOCH alsnog minder goed opgenomen kunnen worden dan wanneer deze toegevoegde stoffen er NIET bij aanwezig waren geweest!

Wil jij dan ook een optimale stofwisseling zelf zo gunstig mogelijk beïnvloeden (en dat wil je bijvoorbeeld als je wil afvallen ook hoor, want DAAR heb je een optimale stofwisseling voor nodig), blijf dan zo dicht mogelijk bij de natuur en laat deze intact.
Kies zo min mogelijk voor “al door een ander bewerkte voeding” en probeer zelf ook zo min mogelijk TE heftige bewerkingen en bereidingsvormen toe te passen!

Kijk dus NIET enkel naar calorieën, want daar lees je dus totaal niet aan af OF iets een bewerking heeft doorgemaakt en OF daaruit dan nadelige stoffen zijn ontstaan OF nadelige stoffen (welke geen calorieën leveren) zijn toegevoegd, want dan weet je misschien wel hoeveel calorieën en welke calorie-leverende voedingsstoffen je binnen krijgt en ben je daar wel bewust van, maar weet je ECHT niet (en je lichaam dus ook niet) OF en wanneer die calorie-leverende voedingsstoffen ook daadwerkelijk wel verteerd worden en in je lijf belanden en hun energie ook daadwerkelijk kunnen gaan leveren OF dat door toegevoegde en ontstane stoffen de spijsvertering enkel energie VERGT en de voeding welke je eet onze organen enkel belast i.p.v. iets “biedt”.