Concentratie- en gedragsproblemen
Volop worden ze ervaren door zowel jong als oud tegenwoordig:
- Concentratieproblemen
- Gedragsproblemen
De mensen (kinderen en volwassenen) welke deze problemen zelf ervaren (maar ook vaak de mensen om hen heen) begrijpen veelal NIET waar deze problemen toch vandaan komen, waar deze uit voortkomen en hoe deze toch ontstaan.
- Wat is er mis met hen?!
- Wat gaat er mis in hun lijf en hoofd?!
- Wat verloopt er in hun lijf en hoofd nou toch zo anders dan bij anderen, waardoor zij zulk afwijkend gedrag vertonen dat dit zelfs een probleem gaat vormen (voor henzelf of hun omgeving)!
Zodra en wanneer je echter een compleet beeld bezit van de werking van het menselijk lichaam, kan je afwijkingen in concentratievermogen als ook afwijkingen in (emotioneel en fysiek) gedrag veelal BEST GOED verklaren en ook BEST GOED herleiden.
Kijkend naar de samenstelling van onze hedendaagse voeding is het vertonen van afwijkend gedrag als ook het ervaren van concentratieproblemen zelfs in veel gevallen zeer logisch te verklaren en in veel gevallen ook zeer logisch herleidbaar.
Deze afwijkingen (welke dermate heftig ervaren kunnen worden dat ze als problematisch gezien worden) zijn in veel gevallen namelijk een best heel logisch en verklaarbaar gevolg van de hedendaagse stofsamenstelling van onze voeding en (als gevolg DAARVAN) tevens een best heel logisch en verklaarbaar gevolg van de hedendaagse stofsamenstelling in onze lijven (en specifiek ook onze hoofden)!
Aangezien WEL veel mensen met deze problemen kampen, maar NIET iedereen goed geïnformeerd is of goed geïnformeerd wordt over de werking van ons lijf (en hoofd), zal ik vandaag de samenhang tussen voeding en concentratie- en gedragsproblemen trachten uit te leggen en toe te lichten.
- Ik zal uitleggen hoe hersenprocessen verlopen
- Ik zal de invloed van voeding hierop uitleggen en toelichten
In de hoop en veronderstelling dat zij die met deze concentratie- en gedragsproblemen kampen (als ook de mensen in hun omgeving) deze problemen ook beter kunnen begrijpen, verklaren en herleiden, kijkend naar het eetpatroon welke aangehouden wordt en de stoffen welke dit eetpatroon bezit.
Lees je mee?
Onze hersenen
Onze hersenen bezitten verschillende delen.
Zo heb je bijvoorbeeld delen van de hersenen van waaruit motorische (fysieke) processen in het lijf geregeld, gestuurd en gereguleerd worden, maar heb je ook delen van de hersenen van waaruit sensorische (geestelijke) processen (je gevoel, emoties en je waarnemingen) geregeld, gestuurd en gereguleerd worden.
Deze (motorische en sensorische) delen zijn op hun beurt nog weer onderverdeeld in kleinere sub-delen.
Zo vind je binnen het gebied waar allerhande waarnemingen geregeld, gestuurd en gereguleerd worden bijvoorbeeld een onderverdeling in een gebied van waaruit je smaakwaarnemingen beïnvloed worden, een gebied van waaruit je geurwaarnemingen beïnvloed worden en ook een gebied van waaruit je kleurwaarnemingen beïnvloed worden.
Al deze gebieden bezitten receptor-cellen.
Receptor-cellen welke geprikkeld kunnen worden.
Pas wanneer een bepaald gebied geprikkeld wordt (en daaruit ook een BEWUSTE prikkel (actiepotentiaal) ontstaat doorheen de zenuwbanen in je hoofd en lijf)) kan het motorische of sensorische proces (welke geprikkeld wordt) ook daadwerkelijk gaan verlopen en dus geregeld, gestuurd en gereguleerd worden.
Het optimaal kunnen ontvangen en geleiden van prikkels in je hersenen vormt dan ook een voorwaarde om goed verlopende geestelijke en lichamelijke processen te verkrijgen en om uiteindelijk gedrag te kunnen vertonen welke niet al te zeer afwijkt van hetgeen als “normaal” wordt gezien.
De hormonen in je lijf kunnen de receptor-cellen van deze verschillende gebieden prikkelen.
Specifieke hormonen in je lijf prikkelen dus specifieke gebieden in je hersenen!
Zijn de hormonen in je lijf NIET in balans en wordt er als gevolg DAARVAN veel van een specifiek hormoon geproduceerd in je lijf (welke vervolgens een specifiek gebied in je hersenen prikkelt), kan je bijvoorbeeld gaan merken dat bepaalde (motorische of sensorische) processen meer geprikkeld en gestimuleerd worden (en daardoor vaker of heftiger plaatsvinden) bij jou t.o.v. personen in je omgeving (wiens lijf niet zoveel van dat hormoon produceert en wiens hormoonbalans NIET verstoord is).
Zo kan je bijvoorbeeld merken dat jij veel beter kan relativeren en kalm kan blijven dan een ander, kan je merken dat jij grapjes veel minder snel snapt en door hebt dan een ander of kan je merken dat jij veel sneller geëmotioneerd raakt dan een ander (om zomaar een paar willekeurige verschillen tussen verschillende individuen te benoemen welke je kan ervaren).
Dit kan dan betekenen dat DIE hersengebieden die DAAROVER gaan (in dit geval de gebieden welke gaan over het relativeringsvermogen, je humor en je emoties) bij jou kennelijk meer of minder geprikkeld worden dan bij de ander.
Dit is dan een verschil in gedrag welke ontstaat uit verschillen in hormoonbalans bij de één t.o.v. de ander en daardoor een verschil in prikkeling in de hersengebieden van beide personen.
Stofjes welke deze prikkels doorheen je hoofd en lijf geleiden heten neurotransmitters.
Elk van de verschillende gebieden in je hersenen bezit (als het goed is) specifieke neurotransmitters, horend bij dat gebied.
Je hebt twee soorten neurotransmitters:
- Stimulerende neurotransmitters
- Remmende neurotransmitters
Afhankelijk van OF en HOEVEEL van deze specifieke neurotransmitters in specifieke hersengebieden aanwezig zijn, zullen (motorische en sensorische) processen vanuit dat gebied meer of minder gestimuleerd of geremd worden.
Wanneer ALLE mogelijke neurotransmitters welke er bestaan (zowel de stimulerende als ook de remmende varianten) OPTIMAAL aanwezig zijn in ELK afzonderlijk hersengebied (en niet in één specifiek gebied meer dan in een ander gebied), dan kunnen (motorische en sensorische) processen ALLE optimaal geregeld, gestuurd en gereguleerd worden zodra de receptoren van een specifiek gebied geprikkeld worden.
De verschillen welke we dan ook vaak WEL waarnemen tussen het concentratievermogen bij de één t.o.v. het concentratievermogen van de ander, maar ook tussen het gedrag van de één t.o.v. het gedrag van de ander (bij eenzelfde prikkeling in een soortgelijke situatie), kan dan ook verklaard worden in de verschillen tussen de aanwezige (stimulerende of remmende) neurotransmitters in de desbetreffende hersengebieden welke op dat moment geprikkeld worden.
Worden beide personen (doordat ze gezamenlijk in eenzelfde situatie verkeren) in hetzelfde hersengebied geprikkeld, kan het alsnog zo zijn dat de één (als reactie op deze prikkel) anders zal reageren (op diezelfde prikkel) dan de ander, doordat de één alsnog meer of minder van bepaalde (stimulerende of remmende) neurotransmitters in dat hersengebied aanwezig kan hebben.
Een persoon welke zich dan ook beter kan concentreren dan de ander (in eenzelfde setting en situatie) heeft kennelijk meer stimulerende neurotransmitters aanwezig in het hersengebied welke je concentratievermogen beïnvloedt dan de ander.
Wat lees je hier en kan je concluderen tot nu toe:
- Een ieder met gezond hersenweefsel in diens bezit, bezit sowieso WEL allerlei specifieke hersengebieden van waaruit motorische en sensorische processen aangestuurd worden.
Dat is bij de één echt NIET anders dan de ander (zolang er geen hersenschade heerst).
- Ook een ieder bezit een zekere hoeveelheid hormonen en een zekere hoeveelheid neurotransmitters ECHT WEL in diens lijf (welke de prikkels in specifieke hersengebieden kunnen veroorzaken en kunnen geleiden door het lijf).
Het bezitten van hormonen en neurotransmitters is bij de één dan ook NIET zozeer anders dan bij de ander.
WELKE hormonen echter MEER aanwezig zijn in het lijf van de één t.o.v. de hormonen aanwezig in het lijf van de ander en WELKE neurotransmitters wellicht MEER aanwezig zijn in de synapsspleten tussen zenuwcellen bij de één t.o.v. de neurotransmitters aanwezig in de synapsspleten tussen zenuwcellen van de ander wordt STERK beïnvloed door de samenstelling van de voeding welke de één t.o.v de ander nuttigt.
Bezit iemand MEER (opbouwende of afbrekende) hormonen (welke vervolgens een specifiek hersengebied prikkelen) in diens lijf dan de ander, dan is dit verschil tussen beide individuen een gevolg van het verschil in stofsamenstelling in het lijf van de één t.o.v. de stofsamenstelling in het lijf van de ander.
Deze stofsamenstelling kan en zal onder andere tussen beide individuen verschillen door het verschil in voedingsstoffen aanwezig in het eetpatroon van de één t.o.v. de voedingsstoffen aanwezig in het eetpatroon van de ander.
Bezit iemand MEER (stimulerende of remmende) neurotransmitters (in de synapsspleten van een specifiek hersengebied) dan de ander, dan is ook dit verschil tussen beide individuen een gevolg van het verschil in stofsamenstelling in het lijf van de één t.o.v. de stofsamenstelling in het lijf van de ander.
Deze stofsamenstelling kan dan weer verschillen in het lijf van de twee verschillende individuen door het verschil in voedingsstoffen aanwezig in het eetpatroon van de één t.o.v. de voedingsstoffen aanwezig in het eetpatroon van de ander.
Kortom:
De hersengebieden zelf verschillen niet zozeer bij twee verschillende individuen, maar het verschil in eetpatroon tussen twee personen (en de stoffen dit eetpatroon bezit) kan ECHT WEL dermate verschillen dat als gevolg van de stoffen aanwezig in dit eetpatroon hormonen en neurotransmitters aanwezig in het lijf van de één t.o.v. de hormonen en neurotransmitters aanwezig in het lijf van de ander WEL sterk kunnen verschillen (waardoor hersengebieden vervolgens ook HEEL VERSCHILLEND geprikkeld kunnen worden en prikkelgeleiding ook best HEEL VERSCHILLEND kan verlopen).
DAARDOOR (dus door het verschil in stofsamenstelling in het eetpatroon van verschillende individuen) kan en zal dan ook het gedrag en de reactie van de één overduidelijk anders zijn dan het gedrag en reactie van een ander (ook al ervaren zij vergelijkbare omgevingsinvloeden).
ZEER afwijkend gedrag verklaard vanuit de voeding
Tegenwoordig worden wel erg vaak en erg veel afwijkingen in gedrag waargenomen.
Dermate grote afwijkingen in gedrag t.o.v. anderen (en hetgeen “normaal” genoemd wordt) dat deze afwijkingen in gedrag (en concentratie) als problematisch wordt ervaren en men hier last van kan ondervinden.
Veelal komen deze afwijkingen voort uit:
- Hormonale disbalans (over- en onderproductie van specifieke hormonen)
- Overschotten en tekorten aan specifieke (stimulerende of remmende) neurotransmitters.
- Een slechte spijsvertering, verminderde maagsap-productie en een verstoorde darmflora
Deze hormonale disbalans, slechte spijsvertering, slechte maagsap-productie, verstoorde darmflora en deze overschotten en tekorten aan neurotransmitters zijn in veel gevallen HEEL MAKKELIJK te herleiden in de voeding welke door deze mensen gegeten wordt en de stoffen welke deze voeding bezit.
Ik zal dit gaan uit leggen en toelichten.
Ik zal uitleggen en toelichten hoe onze hedendaagse voeding HELAAS bij velen hormonale disbalans doet bewerkstelligen, de spijsvertering benadeeld, de maagsap-productie benadeeld, de darmflora doet verstoren en hedendaagse voeding HELAAS ook overschotten en tekorten in neurotransmitters doet veroorzaken.
Lees en begrijp je dat (de invloed van de hedendaagse voeding en de stoffen daarin aan- en afwezig op de hormoonbalans, spijsvertering, darmflora en vorming van neurotransmitters), vind ook jij het VAST een logisch gevolg dat afwijkingen in gedrag (en concentratievermogen) welke heden ten dage VEEL voorkomen veelal voortkomen uit het eten dat we tegenwoordig eten.
Lees je mee?
Ik eet gewoon normaal, gezond en gevarieerd!
Wanneer je ongezond eet (vet en suikerrijk eet) of erg weinig of eenzijdig eet, begrijp je dat je hormoonbalans DAARDOOR verstoord kan raken en begrijp je OOK dat je darmflora verstoord kan raken en dat je tekorten kan oplopen in stoffen welke nodig zijn om hormonen en neurotransmitters uit te kunnen vormen.
Jij eet echter NIET ongezond en je eet WEL gevarieerd!
Jij eet gewoon je graanproducten, je vlees, je vis en je groenten en je fruit en je eet niet veel vette of suikerrijke dingen daar nog bij naast.
Jij snoept en snaait namelijk haast niet!
Dan zouden je hormonen toch niet uit balans hoeven zijn?!
Dan zou je voeding toch geen tekorten hoeven vertonen?!
Dan zou je darmflora toch niet verstoord hoeven zijn?!
Helaas is niks minder waar.
Lees maar mee!
Lees maar mee hoe zelfs “normale” voeding de hormoonbalans WEL kan verstoren, de darmflora ook WEL kan verstoren en ook WEL tekorten in bouwstoffen van neurotransmitters kan opleveren!
Hedendaagse voeding en hormoonbalans
Hormonen zijn zogenaamde “lipo-proteïnes”.
Dit wil zeggen dat hormonen zijn opgebouwd uit eiwitten en vetten.
Onze lever is het orgaan welke uit aminozuren hele eiwitten kan vormen (als bouwstof voor hormonen) en is ook het orgaan welke uit vetzuren en glycerol hele vetten kan vormen (als bouwstof voor hormonen).
Er bestaan echter essentiële en niet-essentiële aminozuren en ook essentiële en niet-essentiële vetzuren.
De niet-essentiële aminozuren en niet-essentiële vetzuren hoeft de lever NIET uit de voeding te verkrijgen (om vervolgens weer hele eiwitten en vetten te kunnen vormen), maar de essentiële varianten dient de lever WEL uit de voeding te verkrijgen!
Enkel wanneer de lever dan ook in bezit is van ALLE essentiële aminozuren en ook ALLE essentiële vetzuren, kan de lever ALLE mogelijk hormonen vormen die er maar te vormen zijn en zullen en kunnen de hormonen in je lijf pas mooi in balans kunnen zijn.
Missen bepaalde essentiële aminozuren of bepaalde essentiële vetzuren in je eetpatroon, dan kunnen NIET alle bouwstoffen voor hormonen door de lever mooi gevormd worden en kan en zal de hormoonproductie ook NIET optimaal plaatsvinden.
Gevolg:
Hormonale disbalans.
Kijken we naar ons hedendaagse eetpatroon dan heeft een ieder wel WAT bronnen van eiwitten in diens eetpatroon aanwezig en ook wel WAT bronnen van vetten in diens eetpatroon aanwezig, maar bezit LANG NIET IEDEREEN bronnen van eiwitten en vetten in diens eetpatroon welke ALLE essentiële aminozuren en ALLE essentiële vetzuren bezitten en leveren!
Voeding welke deze essentiële delen WEL bezitten betreft:
- Ei, vlees of vis (of aangezuurde zuivel) (bronnen van ALLE essentiële bouwstoffen uit eiwitten).
- Vette vis, rauwe noten, rauwe zaden of rauwe pitten (en hun koud geperste oliën) (bronnen van ALLE essentiële bouwstoffen uit vetten).
Veganisten lopen bijvoorbeeld grote kans op tekorten in bepaalde essentiële aminozuren (wanneer ze geen goede voedingscombinaties van plantaardige eiwitbronnen vormen).
Hierdoor is de lever van deze veganisten onvoldoende in staat om complete eiwitten te vormen welke als bouwstof voor hormonen nodig zijn.
Naast veganisten en vegetariërs echter eten tegenwoordig ook heel wat mensen een paar dagen bewust GEEN dierlijke voeding.
Ook deze mensen hebben dan een grote kans dat zij tekorten in essentiële aminozuren in hun lijf verkrijgen en vervolgens hormonale disbalans kan ontstaan.
Dat is echter nog niet eens de grootste groep mensen welke met tekorten kampt.
De groep mensen welke tekorten in essentiële vetzuren heeft zou namelijk best nog wel wat groter kunnen zijn dan de groep mensen welke tekorten in essentiële aminozuren bezit!
Best heel veel mensen missen namelijk bronnen van ESSENTIËLE vetzuren in hun eetpatroon.
Mensen eten ECHT WEL vetten hoor en krijgen middels hun eten dan ook BEST aardig wat vetzuren binnen, maar dit betreffen veelal NIET bronnen van vetten welke ALLE essentiële delen van vetten bezitten!
Veelal krijgt men WEL de omega-6-vetzuren binnen bijvoorbeeld, maar onvoldoende omega-3-vetzuren.
Hierdoor is de lever van deze mensen (wiens voeding hierin tekort schiet) onvoldoende in staat complete vetten te vormen welke als bouwstof voor hormonen nodig zijn met als gevolg dat ook bij deze mensen MAKKELIJK hormonale disbalans kan ontstaan.
De hormoonbalans in ons lijf is echter niet enkel afhankelijk van de aanwezigheid van voldoende bouwstoffen voor hormonen, maar ook afhankelijk van onze bloedsuikerspiegel en de pieken en dalen welke daarin plaatsvinden.
Heftige pieken en dalen in onze bloedsuikerspiegel veroorzaken namelijk:
- Hormonale disbalans
- Over- en onderprikkeling in onze hersenen
- Schade en irritatie aan ons hersenweefsel (onder andere aan de receptor-cellen in onze hersenen waardoor prikkels niet goed ontvangen en geleid kunnen worden)
Vinden er veel en vaak heftige pieken plaats in de bloedsuikerspiegel, vindt er een OVERPRODUCTIE van opbouwende hormonen plaats.
Gevolg:
Hormonale disbalans
Vinden er veel en vaak heftige dalingen plaats in de bloedsuikerspiegel, vindt er een OVERPRODUCTIE van afbrekende hormonen plaats.
Gevolg:
Hormonale disbalans
Welke voeding doet heftige pieken creëren?
- Voeding geraffineerde vormen van koolhydraten bezit. Dit betreffen koolhydraten welke door de industrie dermate bewerkt zijn dat ze een concentraat van glucose bevatten, maar niet tot nauwelijks nog vocht, vezels, vitamines en mineralen bevatten. Dit betreft suikerrijke voeding, maar betreft ook alle voeding gemaakt van witte bloem (wit brood, witte pasta, witte rijst, naturel crackertjes, beschuiten, rijstzoutjes etc.)
Welke voeding doet heftige dalingen creëren?
- Voeding met daarin veel verzurende, ontstekingsbevorderende voedingsstof-concentraten en voedingsstof-isolaten, voeding welke veel bestrijdingsmiddelen bevat en voeding welke chemische en zelfs toxische stoffen (welke allen ontstaan zijn door en uit bewerkingsprocessen welke de voedingsindustrie toepast) bevat.
Helaas staat de hedendaagse voeding BOL van geraffineerde koolhydraten en helaas OOK bol van voedingsstof-isolaten, voedingsstof-concentraten en chemische en toxische stoffen welke middels bewerkingsprocessen zijn ontstaan of toegevoegd.
Dit betekent dat de hormonale disbalans welke door de hedendaagse voeding HEEL MAKKELIJK kan worden veroorzaakt een over- en onderproductie van specifieke hormonen kan veroorzaken en deze over- en onderproductie van specifieke hormonen een over- en onderprikkeling van specifieke hersengebieden kan veroorzaken (van waaruit afwijkend gedrag verklaard kan worden).
Hedendaagse voeding en de aanwezigheid van neurotransmitters in het lijf
Neurotransmitters worden gevormd uit losse aminozuren.
Aminozuren zijn onderdelen van eiwitten.
Een los aminozuur kan echter nog niet meteen fungeren als neurotransmitter.
Een aminozuur moet namelijk eerst in de lever een proces doorlopen (welke methylering heet ,waarbij een methylgroep wordt afgesplitst van dat aminozuur) voordat dit aminozuur als neurotransmitter zal kunnen fungeren.
Vitamines zijn nodig om aminozuren (middels het proces dat methylering heet) tot neurotransmitters te kunnen vormen.
Net las je dat er essentiële en niet-essentiële aminozuren bestaan en dat de essentiële varianten voort MOETEN komen uit de eiwitten welke onze voeding bezit.
Wat zien we tegenwoordig als gevolg van tekorten in essentiële aminozuren in onze voeding?
- Een tekort in bouwstoffen van specifieke neuro-transmitters en daardoor afwijkingen in stimulerende versus remmende processen vanuit onze hersenen.
Wat zien we tegenwoordig als gevolg van de bewerkingsprocessen welke onze voeding heeft ondergaan?
- Vitamines welke niet goed bestand zijn tegen onder andere verhitting gaan verloren
- Tekorten in specifieke vitamines veroorzaken dat sommige neurotransmitters wel, maar andere niet goed gevormd kunnen worden door de lever.
- Afwijkingen in stimulerende versus remmende processen vanuit onze hersenen.
De voedingsmiddelenindustrie voegt ook nog eens heel leuk allerlei stofjes toe aan onze voeding.
Additieven worden deze stofjes ook wel genoemd.
Geur-, kleur- en smaakstoffen worden bijvoorbeeld door fabrikanten RIJKELIJK aan voeding toegevoegd.
Welke invloed kunnen deze additieven hebben op onze hersenprocessen?
Eerder las je dat er in onze hersenen ook sub-gebieden bestaan van waaruit geur-, kleur-, een smaakwaarnemingen aangestuurd worden.
Wat stoppen fabrikanten dan veelal in onze (hartige) voedingsmiddelen ter bevordering van onder andere de smaak van het voedingsmiddel?
Smaakversterkers!
Smaakversterkers zijn concentraten van aminozuren.
Dit veelvoud van een specifiek aminozuur wordt door de lever omgezet tot neurotransmitters welke onder andere de hersengebieden welke over de smaakwaarneming gaan beïnvloeden (en deze flink doen stimuleren).
Deze aminozuurconcentraten (welke als smaakversterker worden toegevoegd aan voedingsmiddelen) bevatten echter veelal GEEN vitamines.
Vitamines worden dan ook uit het lichaam “geroofd” om al deze aminozuren om te kunnen zetten tot de neurotransmitters welke onze smaakwaarnemingen doen versterken.
Gevolg:
- De smaakversterkers in onze voeding kunnen een overproductie van een enkele zeer specifieke neurotransmitter veroorzaken welke niet alleen het gebied van de smaakwaarneming beïnvloedt (sterk stimuleert) in de hersenen, maar ook andere hersengebieden STERK kan gaan stimuleren, waardoor overmatige stimulatie van ook al DIE gebieden plaats kan vinden.
- Door tekorten in vitamines (welke ontstaan doordat smaak-, kleur- en geurstoffen (veelal specifieke aminozuurconcentraten) vaak geen vitamines bevatten en deze vervolgens “geroofd” zullen worden uit het lijf) zal er een onderproductie van ANDERE neurotransmitters kunnen ontstaan welke ook DIE specifieke vitamines nodig hebben voor HUN methylering.
- Extreme afwijkingen in stimulerende versus remmende processen vanuit onze hersenen.
De kwaliteit van de eiwitten in onze voeding
De voeding wij kopen en eten is vaak al bewerkt en voorbereid door de voedingsmiddelenindustrie.
Veel van de voeding welke eiwitten bevat (welke de bouwstoffen voor hormonen en neurotransmitters moeten leveren) is dan ook vaak al bewerkt of voorbereid.
Vlees en vleesproducten zijn bijvoorbeeld al gekruid, gemarineerd of voorgegaard en graanproducten zoals brood en crackers (met daarin graan-eiwitten) zijn vaak al gebakken (op hoge temperaturen) door de voedingsmiddelenindustrie.
Gevolg:
De kwaliteit van de eiwitten in deze voeding is verslechterd.
Een proces genaamd “glycatie” (versuikering van eiwitten) heeft namelijk in deze producten vaak al plaatsgevonden.
Gevolg daarvan:
- Deze eiwitten worden NIET optimaal verteerd of opgenomen.
- Deze eiwitten kunnen NIET GOED als bouwstof voor hormonen of neurotransmitters gaan dienen.
- Afwijkingen in gedrag wegens tekorten in hormonen en neurotransmitters kan ontstaan.
De vertering van eiwitten, de opname van vitamines en de maagsap-productie
Doordat de voedingsmiddelenindustrie onze voeding dermate sterk bewerkt dat veelal vocht, vezels, vitamines en mineralen verloren zijn gegaan gedurende deze bewerkingsprocessen en de voedingsmiddelenindustrie ook nog eens verzurende stofconcentraten aan de voeding toevoegt, wordt de zuurtegraad in ons spijsverteringskanaal veel lager dan deze moet zijn.
Gevolg:
- Een verminderde maagsap-productie
In maagsap zitten echter eiwit-splitsende enzymen
Gevolg:
- Een verslechterde eiwitvertering
- Een verminderde aanmaak van hormonen en neurotransmitters
- Afwijkingen in gedrag als gevolg van tekorten in hormonen en neurotransmitters
Ook is een optimale maagsap-productie noodzakelijk om sommige vitamines in onze voeding goed op te kunnen nemen.
Wanneer de maagsap-productie dan ook NIET optimaal verloopt heeft ook dit tot gevolg:
- Een verminderde vorming van sommige neurotransmitters
- Afwijkingen in stimulerende versus remmende processen vanuit onze hersenen.
Hedendaagse voeding en de darmflora
Onze darmen worden bewoond door twee groepen bacteriën:
- Goede darmbacteriën
- Slechte darmbacteriën
Bacteriën die rottings-metabolieten kunnen vormen (uit een overschot aan eiwitten in de darmen), vallen onder de slechte darmbacteriën.
Bacteriën die gisten en schimmels kunnen vormen (uit een overschot aan koolhydraten in de darmen), vallen tevens onder de slechte darmbacteriën.
Kijken we naar onze hedendaagse voeding dan zien we HELAAS veel eiwit- en vooral veel koolhydraat-concentraten (arm in vocht en vezels) welke onze darmflora HELAAS veelvuldig doen verstoren.
Ook een slechte vertering van voedingsstoffen (wegens een verstoorde zuurtegraad in ons maag- darmkanaal) doet onze darmflora veelvuldig verstoren
Ook het toevoegen van conserveermiddelen door fabrikanten aan onze voeding speelt een rol bij de verstoring van onze darmflora.
Conserveermiddelen zijn er namelijk op gericht om voeding minder snel te laten bederven.
Bederf van voeding hoe en waardoor vindt dat normaal gesproken plaats?
Door de invloed van bacteriën op deze voeding!
Je kijkt dan ook vast NIET raar op dat conserveermiddelen (welke bederf en dus de invloed van bacteriën op voeding tegengaan) OOK de bacteriën in onze darmen beïnvloeden en helaas OOK de darmflora verstoren!
Zodra deze slechte darmbacteriën deze rottings-metabolieten, gisten en schimmels kunnen gaan vormen en deze zich ook gaan uitbreiden, raakt de darmflora in ons lijf FLINK verstoord en kunnen er ook al snel ontstekingen in de darmwand gaan ontstaan.
Gevolgen van ontstekingen in de darmwand:
- Tekorten in de aanmaak van serotonine
De neurotransmitter serotonine (welke vele processen in het lijf kan remmen en kalmeren vanuit vele hersengebieden) wordt gevormd in onze darmwand.
Wanneer onze voeding dan ook een verstoring van de darmflora teweegbrengt, kan dit een OVERDUIDELIJK tekort in deze kalmerende neurotransmitter veroorzaken.
Gevolg:
- Vele hersenprocessen kunnen NIET geremd worden door tekorten in deze neurotransmitter.
- Afwijkingen in gedrag als gevolg van tekorten in de kalmerende neurotransmitter serotonine
Maar er zijn nog MEER gevolgen welke voortkomen uit ontstekingen in de darmwand!
- Zenuw-receptorcellen welke in onze darmwand uitkomen raken ontstoken
Vele zenuw-receptorcellen zijn aanwezig in onze darmwand.
Zodra en wanneer de darmwand ontstoken raakt, kunnen ook deze receptoren ontstoken raken.
Gevolg:
- Hersengebieden welke “in contact staan” met deze ontstoken receptoren kunnen en zullen hun prikkels niet goed kunnen ontvangen en geleiden
- Afwijkingen in gedrag als gevolg van ontstekingen in de darmwand en vervolgens een verslechterde prikkelgeleiding in de hersenen
Wat gebeurt er nog meer wanneer onze darmwand ontstoken raakt?
- Het lijf zal ontstekingsremmende stress-hormonen gaan produceren
Gevolg:
- Hormonale disbalans
- Overprikkeling van alertmakende hersengebieden
- Schade aan het hersenweefsel
Vraag:
- Snappend dat gedrag STERK bepaald en beïnvloed wordt door de aanwezigheid van specifieke hormonen en neurotransmitters in het lijf en tevens sterk bepaald wordt door de spijsvertering en darmflora en lezend dat onze hedendaagse voeding de vorming van hormonen en neurotransmitters STERK nadelig doet beïnvloeden en OOK de spijsvertering en darmflora STERK nadelig doet beïnvloeden (en DAARDOOR de verhoudingen tussen verschillende hormonen en neurotransmitters FLINK uit balans doet halen), begrijp je nu dan ook beter waar afwijkingen in concentratievermogen en gedrag (tot problematische niveaus) uit voort kunnen komen?
- Snap je nu beter dat afwijkingen in gedrag en concentratievermogen veelal voortkomen uit een ZEER NADELIGE stofsamenstelling welke onze hedendaagse voeding bezit?
Het zoveel mogelijk voorkomen en ondervangen van concentratie- en gedragsproblemen middels de voeding
Het zou natuurlijk NIET leuk en eerlijk zijn om WEL te bespreken welke voeding concentratie- en gedragsproblemen kan veroorzaken en vervolgens NIET te bespreken welke voeding kan helpen deze problemen te voorkomen.
Als het goed is begrijp je nu dat voeding welke concentratie- en gedragsproblemen kan helpen voorkomen:
- De hormoonbalans in het lijf WEL zal moeten ondersteunen (en dus WEL alle essentiële vetzuren en aminozuren zal moeten bezitten en GEEN koolhydraat-concentraten en verzurende stofconcentraten zal moeten bezitten).
- ALLE stoffen WEL zal moeten bezitten welke de lever nodigt heeft om alle mogelijke neurotransmitters te kunnen vormen (en dus WEL alle essentiële aminozuren (in ideale verhoudingen tot elkaar) als ook ALLE essentiële vitamines (in ideale verhoudingen tot elkaar) zal moeten bezitten).
- WEL zal moeten bestaan uit uitsluitend natuurlijke voeding welke zo min mogelijk bewerkt is, zodat de voeding de darmflora NIET snel zal verstoren (en dus WEL diens oorspronkelijke vocht-, vezel-, vet-, vitamine-, en mineraalgehalte nog zoveel mogelijk zal moeten bezitten)
Dat wil zeggen dat je (om concentratie- en gedragsproblematiek zoveel mogelijk te voorkomen) het beste combinaties van onderstaande voeding zou moeten gaan maken en DIE (optimaal samengestelde) VOEDING vervolgens zou moeten gaan eten:
- Groenten en fruit (bronnen van ALLE essentiële bouwstoffen uit koolhydraten)
- Ei, vlees of vis (of aangezuurde zuivel) (bronnen van ALLE essentiële bouwstoffen uit eiwitten).
- Vette vis, rauwe noten, rauwe zaden of rauwe pitten (en diens koud geperste oliën) (bronnen van ALLE essentiële bouwstoffen uit vetten)
Add comment