Vraag en antwoord: Waarom het spuiten van insuline ook zomaar een stijging i.p.v. een daling van je bloedsuikerspiegel kan veroorzaken

Vandaag een antwoord op de vraag van Peter:

• Ik kamp met diabetes type 2 en ben een tijdje geleden gestart met het spuiten van insuline. Sindsdien zijn mijn bloedsuikerspiegel waardes niet gedaald maar gestegen. Hoe kan dit? Het spuiten van insuline zou voor een daling van je bloedsuikerspiegel waardes moeten zorgen en niet voor een stijging, toch?!

Een daling van je bloedsuikerspiegel waardes

Een daling van je bloedsuikerspiegel waardes kan je enkel bereiken wanneer de opname van glucose (een groot wateroplosbaar, polair voedingsstof molecuul) in je cellen verbetert t.o.v. eerder.

De opname van glucose (een groot wateroplosbaar, polair voedingsstof molecuul) in je cellen zal enkel verbeteren t.o.v. eerder wanneer het aantal cellen in je lijf met glucose transporters (glucose transporterende membraan eiwitten) tussen de fosfolipiden (membraan vetten) in hun celmembranen toeneemt t.o.v. eerder.

Glucose (een groot wateroplosbaar, polair voedingsstof molecuul) kan enkel opgenomen worden in je cellen m.b.v. glucose transporters (glucose transporterende membraan eiwitten) namelijk.

Dit betekent dat wanneer het aantal cellen in je lijf met glucose transporters (glucose transporterende membraan eiwitten) tussen de fosfolipiden (membraan vetten) in hun celmembranen afneemt t.o.v. eerder, de opname van glucose (een groot water oplosbaar, polair voedingsstof molecuul) in je cellen zal verslechteren t.o.v. eerder en je bloedsuikerspiegel niet zal dalen t.o.v. eerder.

De vorming en uitscheiding van membraan eiwitten in en door je cellen

In alle cellen van je lijf worden voortdurend stofwisselingsprocessen uitgevoerd.

Je kan deze onderverdelen in twee soorten processen:

• Katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen.
• Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.

Gedurende de uitvoering van katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen in en door je cellen worden grote voedingsstof moleculen opgenomen in je cellen en afgebroken tot kleinere delen in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes) van je cellen.

Gedurende de uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen in en door je cellen worden uit kleinere delen nieuwe grote voedingsstof moleculen (waaronder nieuwe membraan eiwitten) gevormd en uitgescheiden m.b.v. vesikels (transport en secretie blaasjes) richting de membranen van je cellen.

Dit betekent dat wanneer de uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen in en door je cellen niet verbetert maar verslechtert, de vorming en uitscheiding van nieuwe glucose transporterende membraan eiwitten m.b.v. vesikels (transport en secretie blaasjes) in en door je cellen zal verslechteren t.o.v. eerder, het aantal cellen in je lijf met glucose transporters (glucose transporterende membraan eiwitten) tussen de fosfolipiden (membraan vetten) in hun celmembranen zal afnemen t.o.v. eerder, de opname van glucose (een groot water oplosbaar, polair voedingsstof molecuul) in je cellen zal verslechteren t.o.v. eerder en je bloedsuikerspiegel niet zal dalen t.o.v. eerder.

De uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen

Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen (waar de opname van glucose moleculen in je cellen m.b.v. glucose transporterende membraan eiwitten van afhangt) kunnen enkel uitgevoerd worden in en door je cellen wanneer er geen tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf.

Wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan zijn je cellen niet in staat om uit kleinere delen nieuwe grote voedingsstof moleculen (waaronder nieuwe membraan eiwitten) te vormen en uitscheiden m.b.v. vesikels (transport en secretie blaasjes) namelijk.

Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen in je lijf kan je enkel bewerkstelligen wanneer je voeding optimaal voorziet in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en niet al teveel voorziet in niet-essentiële stoffen.

De verwerking van niet-essentiële stoffen in je spijsverteringskanaal doet je lijf (doet je lichaamsweefsels en lichaamscellen) uitputten van vocht en essentiële voedingsstoffen namelijk.

Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende (met name bouwstof/herstelstof leverende) voedingsstoffen:

• Alle vitamines (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten).
• Zes specifieke mineralen (calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium en chloor).
• Negen specifieke spoorelementen (ijzer, jodium, koper, zink, selenium, mangaan, molybdeen, chroom en fluoride).
• Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
• Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).

Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten betreffen:

• Verse groenten.
• Vers fruit.
• Ei, mager vlees, (vette) vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte vorm).
• Noten, zaden, pitten, algen en wieren (in zo min mogelijk bewerkte vorm).

Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:

• Enkelvoudige suikers (zoals glucose, fructose en galactose).
• Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
• Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
• Cholesterol.
• Alle overige mineralen en spoorelementen (die hierboven niet worden genoemd).
• Voedingsstoffen die een sterk bewerkingsproces hebben ondergaan (en hun oorspronkelijke structuur hebben verloren).
• Voedingsstoffen die niet verteerbaar zijn.
• Alcohol.

Dit betekent dat wanneer tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf uitbreiden, de uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen in en door je cellen niet zal verbeteren maar verslechteren, de vorming en uitscheiding van nieuwe glucose transporterende membraan eiwitten in en door je cellen m.b.v. vesikels (transport en secretie blaasjes) zal verslechteren t.o.v. eerder, het aantal cellen in je lijf met glucose transporters (glucose transporterende membraan eiwitten) tussen de fosfolipiden (membraan vetten) in hun celmembranen zal afnemen t.o.v. eerder de opname van glucose (een groot water oplosbaar, polair voedingsstof molecuul) in je cellen zal verslechteren t.o.v. eerder en je bloedsuikerspiegel niet zal dalen t.o.v. eerder.

Insuline

Insuline is een hormoon (een overdrachtsstof).

Dit hormoon stimuleert je cellen om anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen (zoals de vorming en uitscheiding van nieuwe glucose transporterende membraan eiwitten) m.b.v. vesikels (transport en secretie blaasjes) uit te voeren.

Wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan zullen de cellen die door het hormoon insuline gestimuleerd worden om anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen uit te voeren niet in staat zijn om deze processen uit te voeren en zullen deze cellen enkel sneller en meer uitgeput raken van vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) wanneer ze (door het spuiten van insuline) keer op keer gestimuleerd blijven worden om processen uit te voeren die ze niet uit kunnen voeren.

Conclusie:

• Een daling van je bloedsuikerspiegel zal je enkel bereiken wanneer tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf opgelost worden. Wanneer je insuline (een overdrachtsstof die je cellen stimuleert om anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen uit te voeren) gaat spuiten, dan zal het spuiten van dit hormoon er niet voor zorgen dat tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf opgelost worden en kunnen deze zelfs toenemen t.o.v. eerder. Wanneer tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf niet opgelost worden, maar toenemen t.o.v. eerder sinds en door het spuiten van insuline, dan zullen je cellen steeds minder goed in staat zijn om glucose op te nemen en zal je bloedsuikerspiegel steeds verder stijgen i.p.v. dalen.