Vandaag een antwoord op de vraag van Frans:
- Ik heb een tijdje terug proberen te vasten, maar ik heb dit niet vol kunnen houden. Mijn bloedsuikerspiegel werd na een aantal uur vasten veel te laag namelijk en ik dreigde flauw te vallen daardoor. Dit begrijp ik niet, want ik heb begrepen dat je lever nieuwe glucose kan en zal vormen gedurende uren van vasten en dat je bloedsuikerspiegel met behulp van die glucose op pijl gehouden kan worden. Hoe kan het dan toch dat mijn bloedsuikerspiegel te laag werd gedurende het vasten?
Gluconeogenese
Je lever is een orgaan die nieuwe voedingsstoffen kan vormen uit de afbraakproducten van andere voedingsstoffen.
Glucose is één van deze zogenaamde niet-essentiële voedingsstoffen die je lever kan vormen uit de afbraakproducten van andere voedingsstoffen.
Om deze voedingsstof te kunnen vormen, moeten de enzymen in je lever echter wel goed kunnen werken.
Gluconeogenese (de nieuw vorming van glucose) betreft een enzymatisch proces namelijk.
Helaas kunnen enzymen niet altijd even goed werken.
Deze kunnen onder andere niet goed werken in een milieu met een te hoge (niet licht basische) zuurtegraad namelijk.
Hiervan is sprake wanneer na uitvoering van katabole (afbrekende) processen de verdunning, neutralisatie en afvoer van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende eigenschappen) niet goed verloopt.
Dit betekent dat wanneer de verdunning, neutralisatie en afvoer van afvalstoffen in je lijf niet goed verloopt, de werking van je lever enzymen slecht zal zijn, de nieuw vorming van glucose door je lever uit de afbraak producten van andere voedingsstoffen niet goed (erg traag) zal verlopen en je bloedsuikerspiegel te laag kan worden gedurende uren van vasten.
De verdunning, neutralisatie en afvoer van afvalstoffen
De verdunning, neutralisatie en afvoer van afvalstoffen in je lijf kan enkel goed verlopen wanneer er een goede voedingstoestand heerst in je lijf.
Wanneer er geen goede voedingstoestand heerst in je lijf, dan kunnen vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen (stoffen met afvalstof neutraliserende en ontzurende eigenschappen) niet goed in je lijf opgenomen worden en niet gelijkmatig over je weefsels verdeeld worden en kunnen de afvalstoffen (stoffen met verzurende eigenschappen) in je weefsels niet goed verdund, geneutraliseerd en afgevoerd worden namelijk.
Om een goede voedingstoestand in je lijf te kunnen bereiken en behouden, is het van belang dat hetgeen je eet voorafgaand aan het vasten geen tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen in je lijf veroorzaakt en de heersende tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen in je lijf helpt oplossen.
Dit kan je enkel bereiken door al je maaltijden en snacks binnen je eetraam (de uren van eten voorafgaand aan het vasten) zo optimaal mogelijk te voorzien in vocht en essentiële voedingsstoffen en zo min mogelijk te voorzien in niet-essentiële voedingsstoffen.
De verwerking van niet-essentiële voedingsstoffen doet je lijf uitputten van essentiële voedingsstoffen namelijk.
Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende (met name bouwstof leverende) voedingsstoffen:
- Alle vitamines.
- Alle mineralen.
- Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
- Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).
Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten betreffen:
- Verse groenten.
- Vers fruit.
- Ei, mager vlees, (vette) vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte vorm).
- Noten, zaden, pitten, algen en wieren (in zo min mogelijk bewerkte vorm).
Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende (met name brandstof leverende) voedingsstoffen:
- Glucose, fructose en galactose.
- Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Cholesterol.
- Voedingsstoffen die een sterk bewerkingsproces hebben ondergaan (en hun oorspronkelijke structuur hebben verloren).
- Voedingsstoffen die niet verteerbaar zijn.
- Alcohol.
Dit betekent dat wanneer hetgeen je eet voorafgaand aan uren van vasten tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen in je lijf veroorzaakt of de heersende tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen in je lijf onvoldoende helpt oplossen, de verdunning, neutralisatie en afvoer van afvalstoffen in je lijf niet goed kan verlopen, de werking van je lever enzymen slecht zal zijn, de nieuw vorming van glucose door je lever uit de afbraak producten van andere voedingsstoffen niet goed (erg traag) zal verlopen en je bloedsuikerspiegel te laag kan worden gedurende het vasten.
Conclusie:
- Dit komt omdat je lever niet goed in staat is om snel nieuwe glucose te vormen wanneer de zuurtegraad in je lever weefsel niet optimaal (niet licht basisch) is en de werking van je lever enzymen (als gevolg daarvan) slecht is. Kennelijk heeft hetgeen je voorafgaand aan het vasten hebt gegeten je lijf (je lever) doen uitputten van vocht en essentiële voedingsstoffen (stoffen die in je lijf nodig zijn om een goed verlopende verdunning, neutralisatie en afvoer van afvalstoffen in je lijf, een optimale zuurtegraad in je weefsels en een goede enzymwerking in je weefsels te kunnen behouden gedurende het vasten).
Add comment