Vandaag een antwoord op de vraag van Cynthia:
- Ik heb begrepen dat de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zullen zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten) van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn erg laag zal zijn, wanneer de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal niet goed verloopt. Ik heb tevens begrepen dat de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal niet goed zal verlopen, wanneer de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand niet goed in staat zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en niet goed in staat zijn om transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) te vormen. Kan ik met mijn voeding ook invloed uitoefenen op het vormen van peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten mogelijk maken) en het vormen van transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) in en door de kliercellen in mijn maagwand, de kliercellen in mijn alvleesklier en de absorptiecellen in mijn darmwand?
Het vormen van peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) en het vormen van transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand
De kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand zullen niet in staat zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en zullen ook niet in staat zijn om transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) te vormen (waardoor de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal niet goed zal verlopen, de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zullen zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten) van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn erg laag zal zijn), wanneer de verdunning, neutralisatie en afscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand niet goed verloopt.
Wanneer de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand nog teveel afvalstoffen (nog teveel stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) bezitten, dan zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in deze cellen, kunnen nieuwe hormoon gestuurde enzymatische stofwisselingsprocessen zoals het vormen van peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) en het vormen van transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) niet goed uitgevoerd worden in en door deze cellen, zullen deze cellen niet in staat zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en afgeven in het extracellulaire milieu m.b.v. transport eiwitten (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zal de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren in je spijsverteringskanaal m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) niet goed verlopen, zullen aminozuren niet opgenomen (niet geabsorbeerd) worden in je darmwand, zullen tekorten in essentiële aminozuren in je lijf ontstaan, zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose transporters(membraan gebonden eiwitten die het transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) te vormen, zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose transporters(membraan gebonden eiwitten die het transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun membranen te plaatsen, zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose moleculen door hun membranen te transporteren m.b.v. glucose transporters(m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en zal het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten) van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn erg laag zijn namelijk.
Dit betekent dat de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand enkel in staat zullen zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en ook enkel in staat zullen zijn om transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal enkel goed zal verlopen, de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel in staat zullen zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten)van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel hoog zal zijn, wanneer de verdunning, neutralisatie en afscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen) in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand goed verloopt.
De verdunning, neutralisatie en afscheiding van afvalstoffen (stoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen)
In alle cellen van je lijf (waaronder de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand) worden voortdurend stofwisselingsprocessen (dit betreffen hormoon gestuurde enzymatische processen) uitgevoerd.
Deze kan je onderverdelen in twee soorten processen:
- Katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen.
- Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.
Gedurende de uitvoering van katabole stofwisselingsprocessen in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand worden molecuul verbindingen (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten) opgenomen in deze cellen en afgebroken tot kleinere delen in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat is opgebouwd uit fosfolipiden) van deze cellen, worden afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel water oplosbare, vet oplosbare als ook gasvormige varianten) gevormd en zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken verloren gaan in deze cellen.
Nieuwe stofwisselingsprocessen (nieuwe hormoon gestuurde enzymatische processen) zoals het vormen van peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) en het vormen van transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) kunnen pas uitgevoerd worden in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand wanneer de afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel de water oplosbare, de vet oplosbare als ook de gasvormige varianten) in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan dat is opgebouwd uit fosfolipiden) van deze cellen verdund, geneutraliseerd en afgescheiden zijn m.b.v. ionen pompen (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het actief transport van ionen met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken in deze cellen hersteld is.
Zowel de vorming van nieuwe ionen pompen (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van ionen met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vorming van nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken en ook het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook de vorming van peptidasen (de vorming van eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) betreffen anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen.
Dit betekent dat de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand enkel in staat zullen zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en ook enkel in staat zullen zijn om transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal enkel goed zal verlopen, de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel in staat zullen zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten)van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel hoog zal zijn, wanneer de uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand na uitvoering van katabole (afbrekende stofwisselingsprocessen) goed verloopt.
De uitvoering van anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen
Anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen zoals het vormen van peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) en het vormen van transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) kunnen enkel uitgevoerd worden in en door de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand wanneer deze cellen kunnen beschikken over voldoende vocht en voldoende bouwstoffen.
Hierover kunnen de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand echter niet beschikken wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf.
Wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan kunnen de hormonen die je bloedwaardes reguleren en ook de gelijkmatige verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder zuurstofgas) over je weefsels en cellen (waaronder de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand) reguleren niet goed werken en kunnen er uitsluitend katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen zoals de afbraak van membraan gebonden eiwitten in en door deze cellen uitgevoerd worden o.i.v. stresshormonen (hormonen met uitsluitend katabole (afbrekende) eigenschappen) en geen anabole (opbouwende en herstellende) zoals de vorming van nieuwe ionen pompen (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van ionen met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vorming van nieuwe transport eiwitten (de vorming van nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afbraak producten en afvalstoffen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken en ook het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook de vorming van peptidasen (de vorming van eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) namelijk.
Dit betekent dat de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand enkel in staat zullen zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en ook enkel in staat zullen zijn om transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal enkel goed zal verlopen, de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel in staat zullen zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten)van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel hoog zal zijn, wanneer je voeding (hetgeen je eet en drinkt) goed bijdraagt aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf.
Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (dit zijn bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf
Het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf kan je enkel bereiken wanneer je voeding (liefst op elk moment dat je iets eet) zo optimaal mogelijk gaat voorzien in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en zo min mogelijk in niet-essentiële stoffen.
Gedurende de verwerking van niet-essentiële stoffen in je spijsverteringskanaal raakt je lichaam (raken je lichaamsweefsels en lichaamscellen, waaronder de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand) uitgeput van vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) waaronder essentiële aminozuren waaruit nieuwe ionen pompen (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van ionen met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), nieuwe transport eiwitten (nieuwe membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afbraak producten en afvalstoffen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken en ook het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) als ook peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) gevormd moeten worden namelijk.
Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen):
- Alle vitamines (zowel water oplosbare als vet oplosbare varianten).
- Zes specifieke mineralen (calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium en chloor).
- Negen specifieke spoorelementen (ijzer, jodium, koper, zink, selenium, mangaan, molybdeen, chroom en fluoride).
- Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
- Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).
Voedingsmiddelen die bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten betreffen:
- Verse groenten.
- Vers fruit.
- Ei, mager vlees, magere vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke zuivel of soja producten (in zo min mogelijk bewerkte en niet te sterk verhitte/ongebrande vorm).
- Noten, zaden, pitten, algen, wieren en vette vis (in zo min mogelijk bewerkte en rauwe/onverhitte vorm).
Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende voedingsstoffen:
- Enkelvoudige suikers (zoals glucose, fructose en galactose).
- Alle overige aminozuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Alle overige vetzuren (die hierboven niet genoemd worden).
- Cholesterol.
- Alle overige mineralen en spoorelementen (die hierboven niet genoemd worden).
- Voedingsstoffen die een sterk bewerkingsproces of sterk verbrandingsproces hebben ondergaan (en daardoor hun oorspronkelijke structuur hebben verloren en niet meer als bouwstof/herstelstof kunnen dienen).
Dit betekent dat de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand enkel in staat zullen zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en ook enkel in staat zullen zijn om transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) in je spijsverteringskanaal enkel goed zal verlopen, de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel in staat zullen zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten)van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn enkel hoog zal zijn, wanneer je voeding (liefst op elk moment dat je iets eet) zo optimaal mogelijk gaat voorzien in vocht en bovengenoemde essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) en zo min mogelijk in bovengenoemde niet-essentiële stoffen.
Conclusie:
- Ja, maar enkel wanneer je voeding voortdurend bij gaat dragen aan het oplossen van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) in je lijf. Zolang en wanneer er tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen (bouwstoffen/herstelstoffen die je lichaam niet zelf kan vormen) heersen in je lijf, dan kunnen de hormonen die je bloedwaardes reguleren en de gelijkmatige verdeling van vocht en voedingsstoffen (waaronder zuurstofgas) over je weefsels en cellen (waaronder de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand) reguleren niet goed werken, kunnen de kliercellen in je maagwand, de kliercellen in je alvleesklier en de absorptiecellen in je darmwand niet beschikken over voldoende vocht en bouwstoffen, zijn deze cellen niet in staat om anabole (opbouwende en herstellende) stofwisselingsprocessen uit te voeren na katabole (afbrekende) stofwisselingsprocessen, kunnen de afbraak producten en afvalstoffen met zuurtegraad verhogende en belastende eigenschappen (zowel de water oplosbare, de vet oplosbare als ook de gasvormige varianten) in de lysosomen (afbraak en afval blaasjes met een biologisch lipidenmembraan) van deze cellen niet goed verdund, geneutraliseerd en afgescheiden worden m.b.v. ionen pompen (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van ionen met zuur bufferende eigenschappen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) en transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het actief transport van polaire verbindingen zoals geneutraliseerde afvalstoffen en afbraak producten doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zal de optimale zuurtegraad die stofwisselingsenzymen nodig hebben om goed te kunnen werken ontbreken in deze cellen, kunnen nieuwe hormoon gestuurde enzymatische stofwisselingsprocessen zoals het vormen van peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) en het vormen van transport eiwitten (membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) niet goed uitgevoerd worden in en door deze cellen, zullen deze cellen niet in staat zijn om peptidasen (eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) te vormen en afgeven in het extracellulaire milieu m.b.v. transport eiwitten (m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het transport van spijsverteringsenzymen zoals peptidasen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zal de vertering (de enzymatische splitsing) van eiwitten tot aminozuren in je spijsverteringskanaal m.b.v. peptidasen (m.b.v. eiwitten die de vertering van eiwitten tot aminozuren mogelijk maken) niet goed verlopen, zullen aminozuren niet opgenomen (niet geabsorbeerd) worden in je darmwand, zullen tekorten in essentiële aminozuren in je lijf ontstaan, zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose transporters(membraan gebonden eiwitten die het transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) te vormen, zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose transporters(membraan gebonden eiwitten die het transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken) tussen de fosfolipiden in hun membranen te plaatsen, zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose moleculen door hun membranen te transporteren m.b.v. glucose transporters(m.b.v. membraan gebonden eiwitten die het transport van glucose moleculen doorheen biologische lipidenmembranen mogelijk maken), zullen de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn niet in staat zijn om glucose moleculen vanuit het extracellulaire milieu op te nemen en zal het verbruik van glucose moleculen in de organellen (in de membraan omhulde cel compartimenten) van de kliercellen die in je alvleesklier aanwezig zijn erg laag zijn namelijk.
Add comment