Vraag en antwoord: Een hormoon die de groei van je vetmassa helpt tegengaan

Vandaag een antwoord op de vraag van Marieke:

• Ik heb ooit eens gelezen dat zodra je vet cellen vol raken er hormonen door je vetweefsel afgegeven worden welke de verbranding van vetzuren i.p.v. glucose in je lijf stimuleren, zodat de overmatige groei van je vetmassa zoveel mogelijk voorkomen wordt door je lichaam zelf. Wanneer dat inderdaad zo zou werken, hoe kan het dan dat zoveel mensen een veel te hoog vetpercentage hebben?

Adipokines

Vetweefsel is endocrien weefsel.

Dit betekent dat het in staat is om hormonen te vormen en deze af te geven in je lijf.

Deze hormonen (hormonen welke uitsluitend door je vetweefsel gevormd kunnen worden) heten adipokines (ofwel adipocytokines).

Een voorbeeld van één van de vele adipokines welke je vetweefsel kan vormen is leptine.

Leptine is een hormoon welke wordt afgegeven als reactie op vol rakende vet cellen en welke de verbranding van vetzuren i.p.v. glucose in diens doel cellen (dit zijn cellen met leptine receptoren) stimuleert.

Wanneer dit hormoon goed werkt, dan zal de groei van je vetmassa en de toename van je lichaamsvetpercentage door je lichaam zelf zoveel mogelijk voorkomen worden, maar helaas is dit niet aan de orde wanneer dit hormoon niet goed werkt.

De werking van hormonen (zoals leptine)

Hormonen (zoals leptine) zullen in werking verslechteren wanneer hun doel cellen (dit zijn in dit geval cellen met leptine receptoren) ongevoelig zijn geworden voor de boodschap van dit hormoon.

Dit is aan de orde wanneer je lichaam regelmatig in een slechte voedingstoestand verkeert en je cellen (waaronder de doelcellen van leptine) niet over voldoende vocht en voedingsstoffen kunnen beschikken om goed te kunnen blijven functioneren.

Wanneer je cellen niet goed meer kunnen functioneren dan zullen ze de eiwitten in hun celmembranen (waaronder de eiwitten welke dienstdoen als receptoren voor hormonen) in zich opnemen en zullen ze deze eiwitten als cel voeding gaan gebruiken, waardoor hormonen geen contact meer kunnen maken met deze cellen namelijk.

Dit betekent dat de regelmatige afgifte van leptine door je vetweefsel niet kan garanderen dat de groei van je vetmassa en de toename van je vetpercentage voorkomen wordt, want wanneer je lichaam regelmatig in een slechte voedingstoestand verkeert en je cellen (als gevolg daarvan) ongevoelig zijn geworden voor de boodschap van dit hormoon (en vele andere hormonen), dan kan dit alsnog niet voorkomen worden.

Het behoud van een goede voedingstoestand in je lijf

Een goede voedingstoestand in je lijf kan je enkel behouden wanneer het ontstaan van tekorten in vocht en essentiële voedingsstoffen  in je lijf voorkomen wordt en ook het ontstaan van overschotten in niet-essentiële voedingsstoffen in je lijf voorkomen wordt (onder andere middels hetgeen je eet en de stoffen welke dit bezit).

Essentiële voedingsstoffen betreffen de volgende (met name bouwstof leverende) voedingsstoffen:

• Alle vitamines.
• Alle mineralen.
• Negen specifieke aminozuren (histidine, lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, methionine, valine en threonine).
• Twee specifieke vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur).

Voedingsmiddelen welke bovengenoemde voedingsstoffen volop bezitten betreffen:

• Verse groenten.
• Vers fruit.
• Ei, mager vlees, (vette) vis en magere, naturel (aangezuurde) dierlijke of soja zuivel (in zo min mogelijk bewerkte vorm).
• Noten, zaden, pitten, algen en wieren (in zo min mogelijk bewerkte vorm).

Niet-essentiële stoffen betreffen de volgende (voedings)stoffen:

• Glucose, fructose en galactose.
• Alle overige aminozuren (welke hierboven niet genoemd worden).
• Alle overige vetzuren (welke hierboven niet genoemd worden).
• Voedingsstoffen welke een sterk bewerkingsproces hebben ondergaan.
• Rest stoffen welke ontstaan uit afbraak- en verbrandingsprocessen.

Dit betekent dat je de gevoeligheid van cellen met leptine receptoren kan helpen verhogen wanneer je je voeding optimaliseert in vocht en bovengenoemde essentiële voedingsstoffen en minimaliseert in bovengenoemde niet-essentiële voedingsstoffen.

Conclusie:

• Dit komt omdat de afgifte van dit hormoon nog niet een goede werking van dit hormoon garandeert. Wanneer dit hormoon niet goed werkt, doordat je cellen ongevoelig zijn geworden voor de boodschap van dit hormoon, dan kan de groei van je vetmassa en de toename van je vetpercentage alsnog niet door je lichaam zelf voorkomen worden namelijk.